De minister en het vuilnisprobleem

Pas bij de vervuiling van de Waterkant ontdekt minister Raymond Landveld van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) dat er iets mis is met ons gedrag. “Dat kan niet”, zegt hij plechtig, alsof hij net uit de bus is gestapt en voor het eerst een plastic beker ziet drijven. Maar, meneer de minister — heeft u de rest van Suriname recent gezien?

Alle trenzen lijken op visvijvers vol petflessen, goten zijn veranderd in miniatuur Amazones van modder en piepschuim, straten liggen bezaaid met snackverpakkingen, en pleinen doen soms denken aan openluchtstortplaatsen na een weekendfeest.

De Waterkant is slechts het visitekaartje van een land dat al jaren zijn eigen vuil negeert. Boetes opleggen is één stap, maar misschien moet het ministerie van TCT eerst een nationale brilpoetsactie houden — zodat beleidsmakers eindelijk ook de rest van het land zien.

Tot die tijd blijft het ironisch: de Waterkant wordt schoongeveegd voor toeristen, terwijl Suriname erachter langzaam wegzinkt in zijn eigen afval. Misschien moet Landveld beginnen met een nieuwe slogan: “Ontwikkeling begint bij de vuilniszak.”

error: Kopiëren mag niet!