Brood is, evenals rijst, hoofdvoedsel en behoort tot een van de eerste levensbehoeften. Echter wijkt de praktijk bij zowel grote- als kleine bakkerijen steeds vaker af van wat consumenten redelijkerwijs mogen verwachten. Broodjes zijn vaak lichter dan het toegestane gewicht en van slechte kwaliteit, vorm en smaak.
Het ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (kortweg EZ) het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG) en het Standaarden Bureau schrijven regels voor betreffende voedselveiligheid en product eisen.
Dagelijks gaan er vele duizenden puntbroodjes over de toonbank. Ondanks het feit dat er nationale standaarden bestaan om kwaliteit en samenstelling van brood vast te leggen, ontbreekt een consequente handhaving daarvan.
Een puntbroodje levert vaak een gewicht op van minder dan 100 gram en kan in de gebalde vuist samengeknepen worden tot een balletje ter grootte van een lemmetje of een golfbal. (zie foto)
Regelmatige controles door de bevoegde instanties kunnen de consument beschermen tegen misleiding. Gebrek aan periodieke wegingen, gebrek aan steekproeven en transparante etikettering maken het voor consumenten haast onmogelijk om misstanden aan te vechten.
Het is duidelijk dat zo’n licht broodje niet voldoende is om de honger van een kind of volwassene te stillen. De kosten voor eerste levensbehoeften zijn per huishouden al erg hoog. Omdat de prijs van een puntbroodje nu SRD 5,50 per stuk is, drukt het kopen van meer broodjes per persoon behoorlijk op het al karige huishoud budget per gezin.
Steekproefsgewijze weging, openbaar maken van controleresultaten en harde sancties voor overtredingen, zijn noodzakelijk om brood weer echt een van de betrouwbare en lekkere basisproducten te maken.