Het failliet van de Staat: hoe de melk van het volk werd verkocht aan het systeem van miljonairs

Verhaal & commentaar van een politiek filosoof

Het grootschalige diefstalschandaal bij de Melkcentrale is meer dan een economisch drama — het is een spiegel van een dieper, historisch falen. Vijftig jaar lang gingen ruim honderd staatsbedrijven failliet, niet enkel door wanbeleid, maar door een ideologische breuk: het geloof dat de staat niet kan ondernemen.

Deze gedachte wortelde in de tijd van Ronald Reagan en Margaret Thatcher. Zij veranderden het werelddenken — markten moesten vrij zijn, regeringen klein, en winst werd de nieuwe moraal. Bedrijven werden geprivatiseerd onder het mom van efficiëntie, en landen die financiële ademnood kenden, werden verleid door het Internationaal Monetair Fonds: leningen in ruil voor hun ziel.

Suriname kreeg dezelfde bittere pil. We werden verteld dat de staat “niet deugt”, dat corruptie onuitroeibaar is, dat enkel het privé-initiatief redding biedt. Maar wat is de staat anders dan de collectieve wil van haar burgers? Het is niet de staat die faalt, het zijn de mensen die haar beheren — vaak geleid door dezelfde miljonairs die het systeem in stand houden.

De politieke filosoof dr. Alwin  stelt scherp: “We hebben geen Surinaamse ontwikkelingsfilosofie. Onze leiders denken in kopieĂ«n van het Westen.” De olie die TotalEnergies vond, is van ons volk. Toch moeten we “betalen om onze eigen olie terug te kopen”. Dit is het nieuwe kolonialisme: niet met wapens, maar met contracten en kapitaal.

China bewijst dat het anders kan. Zij leerden de regels van het Westen, maar herschreven ze voor hun eigen belang. Wij leerden de regels — en bleven leerlingen.

Suriname had zeventig jaar bauxiet, maar het volk bleef arm. Vandaag herhaalt de geschiedenis zich: privatisering zonder visie, leiders zonder filosofie, en miljonairs zonder grenzen.

Het drama is niet dat we verloren hebben — het drama is dat we niets geleerd hebben.

error: Kopiëren mag niet!