De regering van president Jennifer Simons heeft aangekondigd dat Suriname in 2026 een Nationaal Local Content Programma zal lanceren om ervoor te zorgen dat Surinamers en lokale ondernemingen rechtstreeks profiteren van de groeiende olie- en gassector. Het plan markeert een belangrijke stap naar economische zelfversterking en duurzame participatie in de nieuwe industrie die het land in de komende jaren zal transformeren.
Lokale participatie en training
Het programma verplicht buitenlandse bedrijven om Surinaamse werknemers, aannemers en ondernemers actief te betrekken bij grootschalige projecten. Tegelijkertijd worden er drie regionale hubs opgezet in Nickerie, Commewijne en Brokopondo, die zich zullen richten op training, certificering en financiering van lokale spelers. Zo wil de regering een solide basis leggen voor Surinamers om mee te draaien in de toeleveringsketen van olie- en gasactiviteiten.
Daarnaast zal de lokale contentwetgeving worden aangescherpt. Buitenlandse bedrijven zullen wettelijk verplicht worden om samenwerkingsverbanden aan te gaan met Surinaamse partners. “Elke investering in Suriname moet óók een investering zijn in de Surinaamse mens – zonder schijnparticipatie en zonder uitverkoop. Wetgeving is slechts een eerste stap; uitvoering is van het hoogste belang”. benadrukte president Simons tijdens haar Jaarrede in De Nationale Assemblée.
Gas-to-shore en hervorming Spaarfonds
Naast het local content-programma werden ook andere strategische projecten belicht, waaronder het gas-to-shore project dat goedkope elektriciteit moet opleveren en de basis moet vormen voor industrialisatie. De hervorming van het Spaar- en Stabilisatie Fonds werd genoemd als tweede pijler, bedoeld om toekomstige olie-inkomsten op een transparante en verantwoorde manier te beheren. Volgens Simons moeten deze fondsen zorgen voor financiële stabiliteit en een buffer tegen prijsschommelingen op de wereldmarkt.
Simons schetste ook een eerlijk beeld van de financiële situatie waarin de regering het land aantrof. Na het aflopen van het IMF-programma in 2024 verslechterden de staatsfinanciën snel: het primair saldo daalde van een overschot van +0,3% BBP (Bruto Binnenlands Product) in 2024 naar een tekort van –7,8% in mei 2025.
De regering staat bovendien voor zware schuldaflossingen in de periode 2026–2028, wat het belang van begrotingsdiscipline verder vergroot.