Staatsolie-CEO Annand Jagesar deed onlangs een oproep aan hoogopgeleide Surinamers in Nederland om terug te keren en hun kennis in te zetten voor de ontwikkeling van het land. Hoewel de intentie lovenswaardig is, wijzen deskundigen op serieuze tekortkomingen in zijn boodschap.
“Het probleem is niet de onwil van de diaspora, maar de omstandigheden in Suriname zelf”, stelt sociaal-econoom drs. Rajesh. “Wie hier terugkomt, wil zekerheid: goede gezondheidszorg, degelijk onderwijs voor de kinderen, veiligheid en een stabiele rechtsstaat. Zolang dat ontbreekt, blijft de drempel te hoog.”
Hoogleraar diaspora-studies dr. Anja wijst erop dat Jagesar de verantwoordelijkheid vooral bij de emigranten neerlegt. “Een simpele oproep klinkt mooi, maar zonder concreet beleid en stimulansen is het loze retoriek. Suriname moet zelf investeren in een klimaat dat aantrekkelijk is voor terugkeerders.”
Een praktijkvoorbeeld onderstreept dit. Zo keerde ingenieur Sunita enkele jaren geleden terug vanuit Rotterdam, maar vertrok na twee jaar opnieuw. “Ik wilde mijn kennis inzetten, maar liep vast op bureaucratie en lage beloning. Het enthousiasme verdwijnt snel als je geen perspectief ziet.”
Volgens critici toont de oproep van Jagesar vooral aan dat er nog geen structureel plan bestaat om hersenvlucht duurzaam te keren.