In Suriname is armoede niet het gevolg van een tekort aan grondstoffen, voedsel, water of talent. Ons land is gezegend met vruchtbare grond, bossen, rivieren en waardevolle delfstoffen zoals bauxiet, goud en binnenkort olie en gas. Toch blijft het volk worstelen met lege zakken en lege borden.
De oorzaak ligt dieper: een kleine groep machthebbers en zakenlieden heeft de controle over deze rijkdom, en gebruikt die vooral om zichzelf en hun familie te verrijken.
Dit patroon herhaalt zich telkens.
Elke nieuwe regering belooft welvaart en verbetering, maar zodra ze aan de macht zijn, verschuift de prioriteit naar het behouden van invloed en privileges. Het volk betaalt de prijs: stijgende prijzen, lage lonen, corruptie en een gebrek aan echte kansen.
Jongeren trekken massaal weg, omdat ze hier geen toekomst meer zien. Ouderen voelen zich verraden omdat hun offers nooit leiden tot betere omstandigheden.
Het drama speelt zich dagelijks af in de straten. Een moeder die met moeite rijst en kip kan kopen voor haar kinderen. Een vader die met twee banen nog steeds geen huis kan bouwen. Studenten die dromen van vooruitgang, maar hun talenten verspillen omdat banen worden verdeeld via vriendjespolitiek.
Suriname is niet arm, maar wordt arm gehouden. Zolang de macht geconcentreerd blijft bij een kleine groep die haar positie verdedigt in plaats van te investeren in het volk, zal de cirkel van armoede en teleurstelling zich blijven herhalen. De echte rijkdom van het land – zijn mensen – blijft zo verwaarloosd.