Minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur Dirk Currie heeft de start van het nieuwe schooljaar op 1 oktober bijzonder positief ontvangen. Volgens de bewindsman is voor het eerst in de geschiedenis een minister van Onderwijs aanwezig geweest bij de officiële opening van het schooljaar. Ook in het binnenland konden de scholen op 1 oktober daadwerkelijk starten. Currie noemde dit een historisch moment. “De dankbaarheid van de mensen en de blijdschap van de kinderen hebben mij geraakt. Dat motiveert ons als ministerie om nog harder te werken”. benadrukte hij.
Zorgwekkende staat van schoolgebouwen
Tijdens zijn bezoek aan Abinastong zag de minister echter ook de minder positieve kanten. De staat van de lokalen was volgens hem zorgwekkend. “Het laat zien dat we op het gebied van logistiek en gebouwen nog heel veel werk hebben te doen. Goed onderwijs gaat niet alleen over inhoud, maar ook over de omstandigheden waarin kinderen leren”, aldus Curriei in het programma ABC Actueel.
Hij gaf aan na zijn terugkeer opnieuw in overleg te gaan met de EBGS en FIBOS (Federatie van Bijzondere Schoolbesturen in Suriname), de koepelorganisatie van de verschillende denominaties, om oplossingen te bespreken. Het ministerie heeft reeds afgesproken vier keer per jaar overleg te voeren met deze organisaties, maar Currie wil het gesprek intensiveren, ook met de particuliere scholen.
Ouders meer betrekken
De minister wees verder op het lage percentage scholen waar oudercommissies actief zijn. “We hebben hooguit twee of drie openbare scholen met oudercommissies. Dat is veel te weinig. Dit jaar willen we dat actief stimuleren, want ouderbetrokkenheid is cruciaal voor het onderwijsproces.”
Hij erkende dat dit in veel gevallen zwaar kan wegen, vooral voor eenoudergezinnen, maar benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor de opvoeding en opleiding van kinderen breder gedragen moet worden.
Currie besloot met een boodschap: “De kinderen van vandaag zijn de leiders van morgen. Het is onze taak ervoor te zorgen dat zij niet alleen goed onderwijs krijgen, maar ook een gezonde lichamelijke en geestelijke basis. Dat is de verantwoordelijkheid van ons allemaal, want het gaat om de toekomst van Suriname.”