De begrotingen van 2025 en 2026 laten een duidelijk verschil zien in schaal, prioriteiten en economische strategie. Waar de begroting 2025 nog sterk gericht was op herstel en schuldaflossing, toont de ontwerp-begroting 2026 een ambitieuze uitbreiding van de overheidsuitgaven en hervormingen.
Een eerste opvallend verschil is de omvang. De totale uitgaven van 2025 bedroegen circa SRD 23,8 miljard, terwijl 2026 meer dan SRD 61 miljard uittrekt. Ook het tekort groeit, met 6,2 miljard SRD (3,5% van het BBP) in 2026. Dit komt vooral door fors hogere investeringen in onderwijs, gezondheidszorg en sociale programma’s.
De schuldendienst blijft echter de grootste uitgavenpost. In 2025 ging ruim SRD 16 miljard naar rente en aflossingen; in 2026 stijgt dit naar meer dan SRD 21 miljard. Dit beperkt de ruimte voor productieve investeringen en maakt de begroting kwetsbaar voor rente- en wisselkoersschokken.
Aan de sociale kant is er een duidelijke uitbreiding. In 2025 bevatte Sociale Zaken een programma van 3,4 miljard SRD; in 2026 loopt dit op tot meer dan 6,3 miljard. Ook Onderwijs groeit van ruim 500 miljoen naar meer dan 6,4 miljard, en Volksgezondheid van 619 miljoen naar 3,6 miljard. Dit kan de lange termijn ontwikkeling van Suriname stimuleren, mits de middelen efficiënt worden besteed.
Een andere nieuwigheid is de institutionele hervorming: in 2026 verschijnt het ministerie van Olie, Gas en Milieu, en Jeugdontwikkeling wordt afgesplitst van Sport. Dit weerspiegelt de focus op de olie-industrie en duurzame energie, maar kan ook leiden tot hogere administratieve lasten.
Tenslotte zijn de inkomstenplannen ambitieus. Waar 2025 sterk leunde op leningen en donoren, rekent 2026 op bijna 40 miljard SRD aan belastingopbrengsten. Dit vraagt een goed functionerende Belastingdienst en brede naleving.
Kortom: 2026 zet in op sociale groei en fiscale hervorming, maar de hoge schuldendienst en ambitieuze belastingdoelen maken de uitvoering precair.