Bhutan, hoog in de Himalaya, staat wereldwijd bekend als het enige land dat meer COâ‚‚ opneemt dan het uitstoot. Dat dankt het aan zijn bossen, waterkracht en de radicale keuze om ontwikkeling te meten in Bruto Nationaal Geluk in plaats van louter economische groei. Toerisme is streng gereguleerd, milieu centraal beleid. Natuurbehoud is geen luxe, maar een grondwettelijke plicht.
- Bhutan telt naar schatting zo’n 790.000 inwoners. De hoofdstad is Thimphu. Het gemiddelde inkomen per burger ligt rond US$ 4.300 nominaal, of US$ 17.774 gemeten in koopkrachtpariteit (PPP). Suriname, met een bevolking van ongeveer 650.000 mensen, staat er economisch gunstiger voor. Het inkomen per hoofd wordt geraamd op US$ 6.860 nominaal en US$ 22.440 PPP. Daarmee ligt de gemiddelde welvaart in Suriname hoger dan in Bhutan. De cijfers tonen hoe kleine staten in verschillende continenten, ondanks gelijke bevolkingsomvang, uiteenlopende economische trajecten volgen.
Suriname deelt opmerkelijk veel met Bhutan. Ook hier is de bevolking relatief klein en zorgen uitgestrekte regenwouden ervoor dat het land COâ‚‚-negatief is. In potentie zou Suriname zich internationaal kunnen profileren als duurzaam gidsland.
De realiteit is echter anders. Waar Bhutan de natuur heilig verklaarde, gaat Suriname gebukt onder een cultuur van verspilling en vervuiling. Overal zwerfafval langs wegen, rivieren en woonwijken. Recycling is minimaal, milieubewustzijn flinterdun.
Toch hoeft dit geen eindpunt te zijn. Wat als Suriname het Bhutan-principe zou toepassen?
Een grondwettelijke garantie dat het bos behouden blijft.
Een nationale strategie om afvalscheiding en hergebruik te verplichten.
Duurzaam toerisme, niet massatoerisme, als bron van inkomsten.
En bovenal: een nieuwe manier van meten. Niet alleen dollars en goudexport tellen, maar ook de gezondheid van onze bossen, rivieren en gemeenschappen.
Bhutan laat zien dat grootse keuzes mogelijk zijn in kleine landen. Voor Suriname ligt die kans nog open. De vraag is: durven wij dezelfde moed te tonen?
(Foto: president Jennifer Simons had vorige week in de marge van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een onderhoud met premier Tshering Tobgay van Bhutan)