Newmont wil 200 arbeiders afvloeien: spanning tussen lokale realiteit en internationale macht

Voor zo’n 200 arbeiders van goudmijnbedrijf Newmont dreigt ontslag. Met een deel van hen is al een afvloeiingsregeling overeengekomen, maar de werknemers vroegen president Jennifer Simons om belastingverlaging op hun uitkeringen. Zij wees dit verzoek af: als de staat belastingvermindering toekent aan één groep, moet dat ook voor alle anderen gelden.

Ondertussen groeit de kritiek dat de regering helemaal geen toestemming zou mogen geven voor de massa-ontslagronde. Volgens de Arbeidswetgeving moet het ministerie van Arbeid eerst een vergunning afgeven. Als die wordt geweigerd, moet Newmont de arbeiders behouden of doorbetalen.

Internationale dimensie

De kwestie roept des te meer vragen op omdat Newmont Mining Corporation (de Amerikaanse moedermaatschappij) de grootste goudproducent ter wereld is, actief in Noord- en Zuid-Amerika, Afrika en Australië. Het bedrijf behaalt jaarlijks miljardenwinsten, maar in Suriname staan nu honderden gezinnen op straat.

Expertvisie

Arbeidseconoom dr. Justus benadrukt dat dit probleem groter is dan alleen Newmont:

“We zien hier een klassieke spanning tussen internationale multinationals en lokale arbeidsmarkten. Voor een wereldspeler als Newmont is het verlagen van personeelskosten een strategische keuze. Maar voor Suriname betekent dit 200 gezinnen in onzekerheid en extra druk op de sociale zekerheid. De overheid moet zorgvuldig afwegen: kiest men voor strikte toepassing van de arbeidsregels, of voor soepelheid om de investeerder te behouden?”

Volgens dr. Justus moet er meer balans komen tussen buitenlandse winsten en lokale belangen, anders voelen werknemers zich tweederangs in hun eigen land.

error: Kopiëren mag niet!