Ford Ranger als steen des aanstoots
Het is een terugkerend schouwspel in de Surinaamse politiek; ministers en ex-ministers die hun zinnen zetten op dienstvoertuigen. Alsof hun riante salarissen en royale voorzieningen niet genoeg zijn, weten zij telkens weer een manier te vinden om staatsbezittingen voor een habbekrats in handen te krijgen. Het overnemen van voertuigen na een ambtstermijn lijkt bijna een gelegaliseerde vorm van diefstal, aangedreven door de Wet Financiële voorzieningen voor politieke Ambtsdragers.
Afgelopen week werd duidelijk dat de zittende minister van Volksgezondheid, Welzijn en Arbeid, André Misiekaba, zich verplaatst in een voertuig dat door de Pan American Health Organization (PAHO) geschonken is aan het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG) voor surveillance bij de malariapreventie.
Ironisch genoeg komt de kritiek van zijn voorganger Amar Ramadhin, die na zijn ambtsperiode een nog duurdere Toyota Landcruiser voor een appel en een ei wist te bemachtigen.
De schaamteloosheid kent geen grenzen. Terwijl het land kapot gaat aan de verpaupering van alles en nog wat, rijden politici rond in luxe voertuigen, alsof het hun geboorterecht is.
“Het is walgelijk hoe zij pronken met luxe, terwijl wij nauwelijks kunnen rondkomen”, zegt mevrouw Renfrum, een onderwijzeres. De heer Rampersad, een gepensioneerde ambtenaar, voegt eraan toe: “Als je wilt weten of er ontwikkeling is, moet je gewoon ergens in Suriname gaan staan en om je heen kijken. Alles wat je ziet is verwaarlozing. Alleen de auto’s van de ministers glimmen altijd.”
De boodschap van de ontevreden samenleving aan de politici is overduidelijk. Stap op een fiets of een e-bike wanneer de wetgeving daarvoor eindelijk geregeld is. Dat is goedkoper, eerlijker en beter voor het milieu.