“Wat eten we vanavond?” Het lijkt een gewone vraag, maar in een huishouden in Paramaribo wordt het elke dag een confrontatie met de economie. Kippen waren ooit de goedkoopste en meest toegankelijke bron van proteïne. Vandaag is dat anders: een hele kip kost gemiddeld SRD 265. Voor velen is dat onbetaalbaar.
Roy, vader van twee kinderen, verdient rond de SRD 8.000 per maand, maar meer dan de helft gaat op aan huur en elektriciteit. Waar er vroeger elke zondag kip op tafel stond, kookt zijn vrouw Asha nu vaker alleen rijst met groenten en wat bonen. Een marktkoopvrouw vertelde dat klanten tegenwoordig om “een kwart kip” vragen in plaats van een hele — puur om iets van vlees in de pan te hebben. Anderen kopen kippennekken of vleugeltips, ooit afval, nu een noodoplossing.

De Chicken Index als graadmeter
Economisten spreken van de Chicken Index: kip als spiegel van koopkracht. Als de kip uit de pan verdwijnt, gaat het niet enkel om voeding, maar om waardigheid en zekerheid. Armoede laat zich voelen aan tafel, waar kinderen stilletjes vragen of er morgen weer kip zal zijn.
De Chicken Index laat zien dat inflatie niet alleen cijfers in rapporten zijn, maar borden die leger worden. Wanneer kippenprijzen omhoogschieten, verdwijnt er méér dan een maaltijd: er verdwijnt zekerheid, vertrouwen en waardigheid. Armoede in Suriname uit zich niet enkel in geldgebrek, maar in de schaamte van ouders die kinderen moeten vertellen dat er vanavond geen kip is.
De les is pijnlijk helder: de economie wordt pas echt voelbaar wanneer een simpel bord eten verandert in een luxe.