In ons land waar vele culturen elkaar dagelijks kruisen is olie niet alleen een keukenmiddel of schoonheidsgeheim. Het bepaalt ook je identiteit.
Kokosolie of kronto-olie is het parfum van de Oranje Afrikaantjes uit onze bloementuin. Je ruikt ze al drie straten verderop, nog voordat ze “fa waka” hebben gezegd. Het is de Surinaamse variant van een visitekaartje. Als er een stevige wind waait begint het geurspel van de herkenning.
Aan de andere kant van het land wonen de paarse en gele Stanvaste bloemen uit de grote Bromkiedjarie. Ze hebben een rotsvast geloof in het sterke Aboma slangenolie. Een druppeltje op je zere been of lange teen en je kan weer als een sneltrein overal heen.
“No spang” klinkt het in alle talen. “Olie houdt de huid jong en het cholesterolgehalte laag. Onze voorouders geloofden al dat kokosolie en Abomavet niet alleen goed zijn voor soepele spieren en gewrichten, maar ook voor gespleten tongen. Erg handig bij politieke debatten aan de twisttafel.
Natuurlijk leidt dit tot bittere rivaliteit. “Kijk uit, daar komt de kokosfractie”, riep ooit de lastige Pakito,”a heri presie smerie kronto olie”. Dappere Cedric pikt dit niet en gooit nog meer olie op het vuur “Pas op! de Aboma bende is los, ze gaan weer een paar van ons ontvetten”.
De kippen in het DNA-kippenhok weten intussen ook dat een scherpe kokosolie geur betekent dat er eten onderweg is, en een Abomavet aroma betekent dat ze zich beter gedekt kunnen houden.
Wij weten ook dat taal leeft. Dus onder invloed van de vele oliesoorten ontstaan er nieuwe werkwoorden die in Algemeen Beschaafd Nederlands en vrij vertaald hetzelfde betekenen als ontvetten of ontlasten uit een functie.
Ondanks de pesterijen over en weer, weet iedereen dat het leven stroef is zonder olie. Het geeft niet als je naar kokosolie ruikt of naar Abomavet. In dit land glijdt de samenleving op Aardolie en Gas.
BRASA MIE