In 1991 kostte een gemiddeld huis zo’n $125.000. Vandaag, in 2025, ligt die prijs gemiddeld boven de $425.000 – een stijging van ruim 240%. Hypotheeklasten zijn navenant gestegen, vooral door hogere rentevoeten en strengere leennormen. Een nieuwe Ford Taurus reed je toen voor $16.000 uit de showroom. Tegenwoordig betaal je voor een vergelijkbare middenklasser al snel $35.000 tot $40.000.
Benzine? In 1991 betaalde je $1,04 per gallon (± €0,28/liter). Vandaag betaal je in veel landen ruim $4,00 per gallon (± €1,10/liter). Een volle tank met $20? In 2025 haal je daar nog niet eens een halve tank mee.
Ook het minimumloon steeg – van $4,25 per uur toen naar gemiddeld $15,00 per uur nu (afhankelijk van de staat of het land). Maar ondanks deze stijging is de koopkracht flink afgenomen, want huurprijzen, boodschappen en zorgkosten stegen veel harder.
Een gallon melk kostte toen $2,83, nu gemiddeld $4,50 tot $5,00. Een brood onder de $0,75? Vergeet het: in 2025 betaal je vaak $2,00 tot $3,00.
Studiekosten? In 1991 betaalde je gemiddeld $4.000 per jaar aan publieke universiteiten. Vandaag is dat bedrag opgelopen tot meer dan $11.000 per jaar, exclusief boeken en kosten van levensonderhoud. De studieschulden zijn navenant geëxplodeerd.
Zelfs een avondje uit was toen betaalbaarder: filmpakket $4,25, inclusief popcorn en frisdrank. Nu betaal je al snel $15 tot $20 per ticket, zonder snacks.
De situatie die wordt geschetst in de VS geldt ook voor ons, maar met een lokale twist. Veel Surinamers verlangen terug naar de tijd van stabiele prijzen en overzichtelijke kosten. Maar de waarheid is hard: die tijd keert niet terug. De wereld is veranderd – met inflatie, geopolitieke spanningen, koersschommelingen en lokale beleidsfouten als katalysatoren van de huidige crisis.
We kunnen leren van het verleden, maar moeten leven in het heden. Dat betekent: kritisch blijven, verantwoord consumeren, eisen stellen aan beleid, en bouwen aan duurzame oplossingen. Teruggaan in de tijd kan niet – maar vooruitgaan met meer wijsheid wél.