Simons verdedigt multilateralisme, maar wereld schuift naar machtspolitiek

President Jennifer Simons sprak tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties krachtig over het belang van multilateralisme. Voor een klein land als Suriname klinkt dit als een logische, bijna noodzakelijke keuze: alleen door samenwerking en gelijkwaardigheid kan het internationaal speelveld enigszins eerlijk blijven. 

Simons stelde dat multilateralisme een van de grootste verworvenheden van de mensheid is en bescherming verdient in een tijd van mondiale onrust.

Toch staat dit ideaal haaks op de realiteit van de wereldpolitiek. In de praktijk wordt multilateralisme steeds vaker uitgehold. Grote mogendheden, van de Verenigde Staten tot China en Rusland, kiezen voor eenzijdige acties of bilaterale deals die hun macht versterken, vaak ten koste van kleinere landen. Ook in Europa zien we hoe verdeeldheid rond migratie en defensie het gezamenlijke optreden ondermijnt.

In onze eigen regio is het beeld niet anders. Waar Suriname pleit voor dialoog en gezamenlijke standpunten, hebben Trinidad en Guyana openlijk partij gekozen in het conflict tussen Venezuela en de VS. Zij legitimeren de Amerikaanse militaire aanwezigheid onder het mom van drugsbestrijding, terwijl andere CARICOM-landen juist afstand nemen. Dit toont aan dat er geen gezamenlijke regionale lijn bestaat.

Het contrast tussen Surinames neutrale oproep en de praktijk elders is dus groot. Simons’ toon is moreel sterk, maar haar pleidooi stuit op geopolitieke realiteiten waar machtspolitiek belangrijker blijkt dan samenwerking. Voor Suriname blijft multilateralisme echter de enige haalbare route om niet te worden overspoeld in een wereld die steeds minder naar gelijke stemmen luistert.

Simons houdt een idealistische, bijna principiële lijn in stand. Juist daardoor wordt duidelijk hoe schrijnend de kloof is tussen de retoriek van multilateralisme en de harde geopolitieke keuzes van staten, zowel dichtbij als ver weg.

error: Kopiëren mag niet!