Santokhi’s wending: Van principiële afwijzing naar pleidooi voor brede coalitie

In mei 2020 behaalde de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) onder leiding van Chan Santokhi een historische overwinning met 20 van de 51 DNA-zetels, goed voor bijna 39% van het parlement. Daarmee werd het de grootste politieke partij in Suriname. De NDP onder Desi Bouterse eindigde als tweede met 16 zetels, en de overige zetels werden verdeeld over ABOP (8), NPS (3) en PL (2). 

Hoewel het wiskundig mogelijk was om een brede nationale coalitie te vormen, koos Santokhi er destijds bewust voor om een alliantie aan te gaan met ABOP, NPS en PL, waarmee een absolute meerderheid van 33 zetels werd behaald.

Gedurende deze periode sloot Santokhi expliciet samenwerking met de NDP uit. In interviews benadrukte hij dat de NDP verantwoordelijk was voor de “economische ontwrichting” van het land, waaronder een begrotingstekort van meer dan 12% van het BBP, een instortende bankensector en een sterk gedevalueerde Surinaamse dollar.

Ook sprak hij zijn bezorgdheid uit over de snel toenemende armoede: volgens schattingen leefde in 2020 ruim 40% van de bevolking onder de armoedegrens. Deze omstandigheden vormden voor de VHP aanleiding om de NDP als een onbetrouwbare coalitiepartner te bestempelen.

Vijf jaar later, in 2025, klinkt er echter een ander geluid. Santokhi stelt nu dat niemand mag worden uitgesloten bij de vorming van een coalitie. Hij benadrukt dat Suriname in het verleden beter functioneerde onder brede coalities die etnische, culturele en politieke grenzen overstegen. Volgens hem is inclusiviteit noodzakelijk om stabiliteit te waarborgen, vooral in een tijd waarin de economie nog steeds kwetsbaar is. 

Het land blijft kampen met een hoge staatsschuld – in 2025 naar schatting nog altijd boven de 80% van het BBP – en een aanhoudende afhankelijkheid van buitenlandse steun.

Politieke commentatoren zien hierin een duidelijke koerswijziging. Waar Santokhi in 2020 op basis van principes en verkiezingsretoriek de NDP resoluut afwees, lijkt hij in 2025 pragmatischer te zijn: zetelverhoudingen en politieke realiteit zorgen ervoor dat geen enkele grote partij genegeerd kan worden. 

Critici vrezen dat deze omslag zijn geloofwaardigheid kan schaden, terwijl voorstanders aanvoeren dat hij inspeelt op de noodzaak van nationale eenheid in een gefragmenteerd politiek landschap.

De centrale vraag blijft of Santokhi’s nieuwe oproep tot inclusiviteit voortkomt uit een weloverwogen visie of louter politieke noodzaak. Wat in elk geval duidelijk is, is dat de Surinaamse politiek zich opnieuw beweegt op het wankele koord tussen overtuiging en overleven, met de kiezer als uiteindelijke arbiter.

error: Kopiëren mag niet!