Reserves zijn gegroeid, maar de morele prijs is hoog

Als financieel analist is het opvallend om te zien hoe de internationale reserves van Suriname – die volgens minister Adelien Wijnerman van FinanciĂ«n en Planning momenteel rond de 1,5 miljard USD liggen, goed voor zeven maanden import – worden gepresenteerd als een triomf. 

In 2020, toen Chan Santokhi het roer overnam, was de importdekking tot twee Ă  drie weken geslonken. Door rigoureus beleid, steun van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en structurele hervormingen werd de economie gestabiliseerd. Nu kan de nieuwe regering onder Regilio Simons deze prestatie als een geschenk ontvangen.

Maar achter de cijfers schuilt een andere realiteit. Het traject naar hogere reserves ging gepaard met drastische bezuinigingen, wisselkoerscorrecties en afschaffing van subsidies. Dit leidde tot scherpe prijsstijgingen, dalende koopkracht en onzekerheid bij bedrijven en burgers. Terwijl macro-economische indicatoren een herstel laten zien, voelen veel Surinamers zich moreel uitgeput: hun vertrouwen in de toekomst en in de overheid heeft een knauw gekregen. 

Het is dus terecht om te vragen of de samenleving niet te veel heeft ingeleverd voor deze technocratische overwinning. Het werk van de huidige regering zal niet alleen moeten gaan om cijfers, maar ook om het herstellen van sociale cohesie en het herwinnen van vertrouwen.

error: Kopiëren mag niet!