Jerry Greenfield, een van de twee oprichters van Ben & Jerry’s, is na 47 jaar weg bij het ijsbedrijf dat hij samen met Ben Cohen oprichtte. Die laatste deelt op X een verklaring van zijn (oud-)kompaan.
‘Met pijn in het hart’, schrijft Greenfield, die ontevreden is over de maatschappelijke koers van het bedrijf. “Een van de moeilijkste en pijnlijkste beslissingen die ik ooit heb gemaakt”, aldus Greenfield in de verklaring. “Het is niet dat ik de liefde voor Ben & Jerry’s verloren ben. Integendeel.”
Het zit Greenfield dwars dat The Magnum Ice Cream Company, het moederbedrijf van Ben & Jerry’s, en Unilever (dat nu nog boven Magnum hangt) tornen aan de sociale missie en de onafhankelijkheid van het merk dat volgens hem meer dan een ijsmerk is. “En dat in een tijd waarin de regering van ons land de burgerrechten, stemrechten, rechten van immigranten, vrouwen en de lhbtq-gemeenschap aanvalt.”
Hij zegt dat Ben & Jerry’s monddood wordt gemaakt uit angst voor de machthebbers. “Het is makkelijk om op te staan als er geen risico’s zijn. De echte waardentest is wanneer de tijden moeilijk zijn en je iets te verliezen hebt.”
Jeugdvrienden Cohen en Greenfield richtten het ijsmerk in 1978 op. Na de opening van een ijswinkel in Vermont (waar de twee overigens niet vandaan komen) groeide het bedrijf uit tot een grote speler. Het bedrijf was ondertussen niet alleen bekend vanwege het ijs, maar ook vanwege de maatschappelijke betrokkenheid.
Met de slogan ‘Peace, Love and Ice Cream’ werden de ijsjes aan de man gebracht. Ondanks opvattingen over de nadelen van het kapitalisme, werd het ijsmerk in 2000 verkocht aan Unilever.