De Britse journalist en commentator Mehdi Hasan, bekend van zijn vlijmscherpe interviews bij Al Jazeera en later MSNBC, staat bekend als een van de felste critici van oorlogspolitiek en machtsmisbruik door grootmachten. Hasan, die zich vaak uitspreekt over mensenrechten en internationale rechtspraak, ziet in de recente Amerikaanse raketaanval op een Venezolaanse boot een gevaarlijk kantelpunt.
Volgens hem is de aanval geen “precisie-overwinning tegen drugskartels”, zoals het Witte Huis het presenteert, maar een flagrante schending van het internationaal recht. Hasan benadrukt dat de elf mensen die omkwamen nooit zijn berecht of gehoord – een executie op volle zee, verpakt als nationale veiligheid.
Wat hem vooral zorgen baart, is de precedentwerking. “Als Washington willekeurig kan besluiten om een boot in internationale wateren op te blazen, waarom zou China dat niet doen met Taiwanese activisten, of Rusland met Oekraïense vluchtelingen?” vraagt hij retorisch. Deze logica, stelt Hasan, opent de deur naar een wereld waarin militaire macht bepaalt wie leeft en wie sterft.
Daarbij ziet hij de operatie niet als een geïsoleerde actie, maar als onderdeel van een bredere militaire escalatie. Amerikaanse oorlogsschepen voor de Venezolaanse kust en Caracas’ antwoord met drones en milities scheppen een explosief klimaat.
Hasan’s kernpunt: dit is geen strijd tegen drugs, maar een stap richting een nieuwe Koude Oorlog in Latijns-Amerika. Het Pentagon noemt het “strategie”, maar voor Hasan is het vooral een symptoom van imperiale wanhoop.
Zijn waarschuwing is duidelijk: escalatie levert geen stabiliteit, maar chaos, vluchtelingenstromen en een wereld die zich steeds sneller afkeert van Amerikaans leiderschap.