Genderbeleid aandacht geven in de uitvoering

De minister van Binnenlandse Zaken heeft bekend gemaakt het genderbeleid te zullen versterken. Suriname heeft een aantal genderverdragen geratificeerd en moet deze uitvoeren middels wetgeving en projecten. In de jaren ’90 is een heel sterke vrouwenbeweging opgekomen in Suriname. Die activistische generatie is gaan verouderen en heeft niet gezorgd voor opvolging. 

De genderbeweging in Suriname heeft zijn vruchten afgeworpen, zie maar de bewustwording die op gang is gekomen in Suriname. Maar het is allemaal gaan liggen. Er is in Suriname onder Binnenlandse Zaken opgericht het Nationaal Bureau Genderbeleid. Voornaamst taak van dit bureau is het uitvoeren van het VN Vrouwenrechtenverdrag in Suriname. Het nationaal genderbeleid is de verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en zijn werkarm, het Bureau Gender Aangelegenheden (BGA). Dit bureau heeft als doel het nationaal genderbeleid te coördineren, begeleiden en te monitoren. 

In de afgelopen jaren heeft Suriname reeds integrale genderbeleidsplannen ontwikkeld om te werken aan het bevorderen van gendergelijkheid en om tegemoet te komen aan internationale verplichtingen. 

Suriname is in 1993 partij geworden bij het Vrouwenverdrag, oftewel CEDAW (Verdrag inzake het uitbannen van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen). In 1995 ondertekende Suriname de Beijing Verklaring en werd daarmee partij bij het Beijing Actieplatform (BPfA), dat 12 prioriteitsthema’s identificeerde waar de wereld extra aandacht zou moeten besteden aan gendergelijkheid. Het Inter-Amerikaans Verdrag inzake Preventie, Bestraffing en Uitbanning van Geweld tegen vrouwen, ook bekend als het Belém do Para Verdrag werd in 2002 geratificeerd. In 2015 committeerde Suriname zich aan de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling, die 17 nieuwe duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) introduceerde, die tegen 2030 bereikt moeten worden. 

Eén van de meest complexe processen van ontwikkeling en verandering in een samenleving is het proces om gendergelijkheid te bereiken. Volledige gelijkheid tussen mannen en vrouwen is nog nergens ter wereld bereikt. Door de jaren heen is formeel wel vooruitgang geboekt. Onder andere kunnen genoemd worden het VN-Vrouwenverdrag (CEDAW) van 1980 en het Beijing Actieplatform (BPfA) van 1995. CEDAW wordt wereldwijd gezien als het basisdocument om discriminatie van vrouwen ten opzichte van mannen in de wet op te heffen, maar grondwettelijke gendergelijkheid betekent niet altijd dat mannen en vrouwen ook in de praktijk gelijk zijn. 

Suriname kent een gendervisie-beleidsdocument 2021 – 2035 en dit bouwt voort op de internationale en regionale verplichtingen van Suriname om gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes te bereiken; de Grondwet van Suriname; de evaluatie van eerdere integrale genderbeleidsplannen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. 

Volgens de Global Gender Gap Index van de World Economic Forum 2018 staat Suriname op de 79ste plaats binnen een rangorde van 149 landen. In 2017 was Suriname ingedeeld op de 86ste plaats van 144 landen. The Global Gender Gap Index is een raamwerk dat de omvang en rang van genderongelijkheid vastlegt en ontwikkelingen volgt. Het Gender Gap Index standaardiseert nationale gender gaps op basis van economische, politieke, onderwijs- en gezondheidscriteria en classificeert de landen zodanig, dat ze internationaal met elkaar vergeleken kunnen worden. De classificaties zijn bedoeld om landen bewuster te maken van de uitdagingen en mogelijkheden die aan de dag worden gelegd als gevolg van de geconstateerde gender gaps. 

Volgens de Global Gender Gap Index, scoort Suriname goed op het gebied van onderwijs (gender pariteit 0,991) en gezondheid (gender pariteit 0,973), maar op het gebied van economische participatie en mogelijkheden hebben we nog veel te doen (gender pariteit 0,638). Op het gebied van politieke empowerment scoren we ronduit slecht (gender pariteit 0,177). De genderpariteit is de verhouding van het aantal vrouwen ten opzichte van mannen voor een bepaalde indicator. Als de GPI gelijk is aan 1, betekent dit volledige gendergelijkheid, d.w.z. evenveel vrouwen als mannen. Een GPI minder dan 1 is een weergave van meer mannen; een waarde van meer dan 1 weergeeft meer vrouwen. Een problematiek die relevant en zichtbaar is in Suriname is dat van huiselijk geweld. 

Gendergerelateerd geweld wordt in Suriname niet integraal benaderd. Sommige geweldsuitingen krijgen meer aandacht dan andere. Getracht is om de nationale wetgeving aan te scherpen om burgers te beschermen tegen alle vormen van geweld en het gepleegd geweld niet ongestraft te laten. In Suriname wordt thans gewerkt met data voor geweld tegen vrouwen die de politie beschikbaar heeft. 

De omvang van huiselijk geweld is thans moeilijk vast te stellen, daar de resultaten van het onderzoek om de aanwezigheid van gendergerelateerd geweld te meten (2018) nog niet beschikbaar zijn. Data met betrekking tot huiselijk geweld wordt door verschillende organisaties ten behoeve van hun eigen dienstverlening bijgehouden. De uitwisseling van data en informatie vindt niet structureel en/of gecoördineerd plaats. Er zijn een aantal instanties die zich bezighouden met hulpverlening. Helaas is er onvoldoende samenwerking tussen deze instanties. Daarnaast ontbreekt ook een geactualiseerde sociale kaart. Deze zaken hebben tot gevolg dat, onder andere, een adequate verwijzing in verband met effectieve hulpverlening wordt bemoeilijkt. 

Verder is er landelijk slechts 1 opvanghuis voor vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld.

Wij ondersteunen in elk geval de voornemens van de Biza-minister om het genderbeleid in Suriname te versterken. 

error: Kopiëren mag niet!