Leerlingen van de basisschool tot en met het VOS-niveau kunnen zich vanaf vandaag registreren voor een schoolpakket. Minister Lalinie Gopal van Jeugdontwikkeling en Sport benadrukt dat dit project jongeren uit kwetsbare gezinnen wil ondersteunen met de noodzakelijke materialen voor het nieuwe schooljaar.
Het klinkt als een warm en sociaal gebaar: kinderen beter voorbereiden zodat ze niet achterblijven vanwege een gebrek aan potloden, schriften of schooltassen.
Maar achter dit nobel initiatief sluimert ook scepsis. Want niemand zegt nog hoeveel pakketten er precies beschikbaar zijn en welke materialen erin zitten. Transparantie ontbreekt: wat is het totale budget, en is er een openbare inschrijving geweest voor de levering van deze spullen? Zulke details lijken klein, maar bepalen of een project geloofwaardig blijft of niet.
Het gevaar is dat iets zo mooi als gratis schoolpakketten besmet raakt door manipulatie of vriendjespolitiek. Het roept vragen op: hoe toevallig is het dat iemand net de voorraden op de plank had liggen? Worden de kinderen echt geholpen of dienen deze acties meer de belangen van leveranciers en bestuurders?
Een sociaal project verdient applaus – maar pas echte waardering als ook de verantwoording eerlijk en publiekelijk is.