Volgens professor John Mearsheimer bevindt de Verenigde Staten zich in een fundamentele contradictie: ze verdedigt internationaal recht in theorie, maar ondermijnen het in de praktijk. Vooral in het Midden-Oosten kiest Washington keer op keer voor blinde steun aan Israël, zelfs wanneer dit steun aan oorlogsmisdaden of zelfs genocide inhoudt. Deze houding is volgens Mearsheimer noch moreel te verantwoorden, noch strategisch rationeel.
De kern van dit probleem ligt in de enorme macht van de Israël-lobby in de VS. Politieke leiders, van Joe Biden tot Donald Trump, buigen voor een binnenlandse politieke dynamiek die elke serieuze druk op Israël onmogelijk maakt. Daarmee ondergraaft Amerika niet alleen zijn eigen lang gekoesterde doel – een tweestatenoplossing – maar ook de stabiliteit die het zelf zegt te willen in de regio. In plaats daarvan krijgt Israël vrij spel om een “Groter Israël” na te streven, met alle gewelddadige consequenties van dien. De gebeurtenissen sinds 7 oktober zijn volgens Mearsheimer geen toeval, maar een rechtstreeks gevolg van dit falende beleid.
Daarbij komt dat de VS Israël niet enkel diplomatiek steunt, maar ook voorziet van bommen, vliegtuigen en inlichtingen. Hierdoor vervaagt de grens tussen Israëlisch en Amerikaans beleid; de twee raken zó verstrengeld dat men bijna kan spreken van één Israëlisch-Amerikaanse politiek.
Voor Mearsheimer is dit beleid desastreus. Het veroorzaakt chaos waar stabiliteit nodig is en plaatst de VS in een regio waar ze strategisch eigenlijk minder zwaar zouden moeten investeren. De ironie is dat de VS zichzelf hiermee in de voet schiet: ze offeren hun eigen belangen op omwille van binnenlandse politieke druk. Het resultaat? Een wankele liberale internationale orde en een Midden-Oosten dat verder van vrede verwijderd is dan ooit.

