Vijftig jaar onafhankelijk, maar zonder herkenning

Na vijftig jaar onafhankelijkheid is het een pijnlijke constatering: Suriname heeft nog altijd geen symbolisch herkenningsteken dat in de internationale gemeenschap direct aan ons land doet denken. Geen monument dat wereldwijd resoneert, geen kleur die ons onderscheidt, geen symbool dat ons meteen op de kaart zet.

Andere landen in de regio hebben dit wél. Denk aan Barbados, dat internationaal bekendstaat om het standbeeld van Lord Nelson (en later het gedenkteken van de onafhankelijkheid op National Heroes Square). Curaçao herken je meteen aan de gekleurde gevels van Willemstad, een UNESCO-werelderfgoed. Trinidad & Tobago dragen trots hun staalpanmuziek en carnaval als internationale iconen. Guyana is herkenbaar door de Kaieteurwaterval en de hoge Stabroek-markt in Georgetown. Jamaica is wereldwijd synoniem met reggae, Bob Marley en de zwart-groen-gele vlag. 

De Bahama’s stralen herkenning uit via hun turquoise stranden en de iconische Junkanoo-parade.

Suriname daarentegen, rijk aan cultuur, geschiedenis en natuur, heeft dit nog steeds niet uitgekristalliseerd in een symbool dat direct herkend wordt in het buitenland. Het is een gemiste kans. 

Een land dat vijftig jaar onafhankelijkheid viert, zou een eigen herkenningspunt moeten hebben: een monument, een muziekstijl, een kleur, een architecturaal icoon of zelfs een nationaal evenement dat de wereld ons automatisch laat koppelen aan Suriname.

De afwezigheid daarvan is meer dan een detail; het weerspiegelt een gebrek aan visie en durf. Het is hoog tijd dat Suriname zichzelf neerzet met iets dat blijvend en trots onze identiteit uitdraagt.

error: Kopiëren mag niet!