De Inter-American Development Bank (IDB) en de Wereldbank hebben Suriname miljarden aan leningen in het vooruitzicht gesteld. Maar de sleutel ligt bij het IMF (Internationaal Monetair Fonds): zonder een akkoord met hervormingen, transparantie en fiscale discipline blijven de geldstromen geblokkeerd.
Het IMF eist structurele aanpassingen, zoals betere belastinginning, afbouw van subsidies en sanering van verlieslatende parastatale bedrijven. Politieke partijen aarzelen: hervormingen bedreigen de cliëntelistische netwerken waarop hun machtsbasis rust. Binnen de NDP is die verdeeldheid zichtbaar, maar ook tijdens de regering-Santhoki bleek hoe pijnlijk IMF-voorwaarden konden zijn.
Voorbeeld uit Santhoki-tijdperk:
Zonder IMF-akkoord komt er geen massale instroom van IDB- of Wereldbankleningen. Dat blijkt uit periode van de regering-Santhoki: eerst werd een Staff-Level Agreement met het IMF gesloten, pas daarna volgde de IDB met honderden miljoenen steun. Ook schuldeisers als de Parijse Club, obligatiehouders, China en India stemden pas in met schuldherschikking nadat het IMF het hervormingspad had goedgekeurd. Het toont aan dat IMF fungeert als internationaal keurmerk en Suriname’s geloofwaardigheid bepaalt.
De afschaffing van brandstofsubsidies leidde in 2022 tot scherpe prijsstijgingen en straatprotesten. De beloofde transparantie in staatsbedrijven zoals de Energiebedrijven Suriname (EBS) en de SLM bleef beperkt; politieke benoemingen en inefficiëntie hielden stand. Het IMF drong aan op hervorming, maar de regering koos vaak voor halfslachtige oplossingen om de achterban niet te verliezen. Het gevolg: het programma liep vertraging op en de geloofwaardigheid van Suriname in Washington en bij de IDB kreeg een deuk.
Financieel analist drs. Harold Kensen benadrukt: “De les uit de Santhoki-periode is dat je niet kunt schipperen. Zolang politieke belangen boven economische realiteit gaan, blijven IMF-akkoorden fragiel en blijft grootschalige financiering uit.”