De Amerikaanse ambassadeur Robert Faucher in Suriname heeft een ontmoeting gehad met minister van Volksgezondheid, Welzijn en Arbeid, André Misiekaba, waarbij de samenwerking tussen de VS en Suriname centraal stond. Tijdens het gesprek uitte Faucher zijn zorgen over een mogelijk herinvoeren van het Cubaanse medische werkersprogramma in Suriname. Hij waarschuwde dat dergelijke projecten volgens Washington risico’s dragen van gedwongen arbeid en mensenhandel, en pleitte voor naleving van internationale arbeidsnormen.
Een internationale expert op het gebied van geopolitieke gezondheidszorg stelt echter dat deze Amerikaanse houding vooral voortkomt uit een “diepgeworteld trauma” van de Koude Oorlog. “De VS beschouwt Cubaanse medische missies als een propagandawapen van Havana. Landen die het programma gebruiken, lopen diplomatiek en soms zelfs financieel risico: de VS dreigen met sancties, handelsbeperkingen of verminderde ontwikkelingshulp.” Wereldwijd hebben sinds 1963 meer dan 400.000 Cubaanse artsen en verpleegkundigen in ruim 150 landen gewerkt, vaak juist in crisissituaties en fragiele gezondheidssystemen.
Cuba heeft Suriname in het verleden juist vaak terzijde gestaan, vooral in tijden van gezondheidscrises en schaarste aan medisch personeel.
Het zwijgen van president Jennifer Simons over deze kwestie roept vragen op, terwijl Misiekaba volgens de expert een steviger antwoord had kunnen geven: “Suriname erkent het nut van Cubaanse solidariteit en wijst de extraterritoriale effecten van het Amerikaanse embargo af.”
Suriname’s positie tegenover het Amerikaanse embargo blijft duidelijk: het land heeft zich herhaaldelijk in internationale fora uitgesproken tegen deze unilaterale sancties, die de Cubaanse bevolking treffen en de regionale samenwerking bemoeilijken.
Diplomatieke bronnen wijzen erop dat Suriname de komende maanden voorzichtig zal moeten balanceren tussen Washington en Havana. Enerzijds is er de noodzaak om medische capaciteit te versterken met buitenlandse hulp, anderzijds de realiteit van Amerikaanse druk en economische afhankelijkheid. Het vermogen van Suriname om deze twee belangen te verenigen, kan bepalend worden voor zijn internationale positie in de regio.