Van beloftes tot mislukkingen: vijftien jaar strijd om eerlijk grondbeleid in Suriname

Al vijftien jaar klinkt bij elke nieuwe minister van Grondbeleid en Bosbeheer dezelfde belofte: meer transparantie, eerlijkheid en orde in de uitgifte van domeingrond. Toch blijkt de praktijk weerbarstig. Ministers vielen voortijdig, schandalen haalden de voorpagina’s, en burgers bleven vaak teleurgesteld achter. Een overzicht van de ministers sinds 2010 en hun nalatenschap.

Martinus Sastroredjo (2010): een hervormer te vroeg gesneuveld

Sastroredjo beloofde gelijke behandeling en zette stappen naar digitalisering en inventarisatie. Hij wilde dubbele uitgifte tegengaan en publicatie van beschikbare percelen invoeren. Zijn strenge aanpak botste echter met coalitiebelangen. Binnen enkele maanden verloor hij steun en werd ontslagen. Zijn ambitieuze plannen bleven steken, maar zijn korte termijn onthulde hoe diep belangenverstrengeling zat.

Simon Martosatiman (2011–2012): goede bedoelingen, weinig resultaat

Martosatiman sprak bij zijn aantreden over eerlijk beleid en stopte tijdelijk nieuwe uitgiftes om lopende dossiers te evalueren. Zijn streven naar orde verzandde echter in partijpolitieke spanningen. Parlementaire kritiek op vermeende bevoordeling van coalitieleden tastte zijn geloofwaardigheid aan. Zonder persoonlijk schandaal vertrok hij, maar ook zonder tastbare hervormingen.

Ginmardo Kromosoeto (2012–2013): onder vuur en voortijdig ontslag

Kromosoeto erfde een beladen dossier en benadrukte eveneens transparantie. Toch kreeg hij vooral kritiek op wanbeleid en vriendjespolitiek. In het parlement liep de discussie hoog op over dubbele uitgiftes en belangenverstrengeling. President Bouterse ontsloeg hem in 2013 wegens wanbeleid. Zijn termijn bevestigde dat goede voornemens zonder steun niets veranderen.

Steven Relyveld (2013–2017): kwantiteit boven kwaliteit

Relyveld bracht continuĂŻteit en leverde tienduizenden beschikkingen uit. Hij profileerde dit als inhaalslag en zette digitalisering in gang. Burgers kregen eindelijk hun grondpapieren, maar oppositie en inheemse organisaties beklaagden zich over onduidelijke criteria. Hoewel zijn ambtstermijn zonder schandaal eindigde, bleef structurele transparantie uit. Zijn erfenis: veel papieren, weinig hervorming.

Roline Samsoedien (2017–2019): transparantie als strijdkreet

Samsoedien maakte van openbaarheid haar speerpunt. Ze digitaliseerde aanvragen en kondigde publicatie van alle besluiten aan. Daarmee wilde ze corruptie en willekeur uitroeien. Toch bleven misstanden bestaan en werd haar periode overschaduwd door een privé-affaire en geruchten over gronddeals. Ze diende ontslag in. Haar beloftes strandden vroegtijdig.

Lekhram Soerdjan (2019–2020): technocraat zonder partijsteun

Soerdjan probeerde efficiëntie en correctheid te combineren. Hij zette digitalisering door en wilde jongeren en afgestudeerden bedienen. Binnen de NDP ontstond echter wrijving: hij weigerde politieke gunstpercelen uit te delen. Hij werd thuisgezet en vervangen door een waarnemer. Zijn korte termijn liet zien hoe integriteit vaak botst met partijpolitieke druk.

Diana Pokie (2020–2021): strijd voor de mofinawan

Pokie focuste op bouwrijpe kavels voor sociaal zwakkeren. Ze startte een klachtenloket en werkte aan duidelijke richtlijnen. Haar onafhankelijke koers botste echter met partijleider Brunswijk. Onder politieke druk nam ze ontslag, minder dan een jaar na haar aantreden. Haar beleid voor de meest behoeftigen werd direct stopgezet.

Dinotha Vorswijk (2021–2025): beloften zonder beterschap

Vorswijk beloofde niet te zwichten voor partijdruk, maar werd overspoeld door schandalen. Dubbele uitgiftes en valse documenten kwamen aan het licht. President Santokhi sprak herhaaldelijk zijn frustratie uit: beloofde beterschap bleef uit. Ondanks taskforces en onderzoeken verloor ze het vertrouwen. Haar termijn eindigde in teleurstelling en onopgeloste chaos.

Commentaar

Wat opvalt, is dat elke minister hetzelfde refrein zingt: eerlijkheid, transparantie, gelijke kansen. Toch wordt dit telkens ingehaald door politieke druk, belangenverstrengeling en soms persoonlijke incidenten. Burgers blijven gedupeerd, terwijl vertrouwen in het grondbeleid verder afbrokkelt.

De geschiedenis van dit ministerie toont een pijnlijk patroon: hervormers sneuvelen vroeg, pragmatische uitvoerders leveren kwantiteit zonder structurele verandering, en politieke loyaliteit gaat boven integriteit.

De vraag rijst of de nieuwe minister Stanley Soeropawiro wél kan breken met dit patroon. Zijn belofte tot transparantie klinkt bekend, maar het verleden leert dat woorden alleen niet volstaan. Zonder diepgaande hervormingen dreigt ook zijn termijn slechts een herhaling van zetten te worden.

error: Kopiëren mag niet!