Minister André Misiekaba van Volksgezondheid, Welzijn en Arbeid begon zijn eerste regeringspersconferentie alsof hij de redder van de natie was. De geruchten over een verhoging van de kosten bij de Spoedeisende Hulp? Onzin! Alles blijft SRD 300, riep hij met de zelfverzekerdheid van een man die denkt dat je reputatie gewoon met een pleister dicht te plakken is.
Maar helaas voor hem: in DNA liet hij zich ontvallen dat wie SRD 700 tot SRD 1000 kan betalen, dat eigenlijk ook maar moet doen. Alsof de Spoedeisende Hulp een drive-thru van McDonald’s is: “Goedemiddag meneer, eerst even uw saldo checken vóór we die bloeding stelpen.”
De vergelijking met oud-president Bouterse drong zich meteen op. Die vond ooit dat de melkprijs omhoog moest, want rijke mensen gaven hun katten melk. Het volk knikte instemmend, niet beseffend dat hun eigen kinderen straks de melk niet meer konden betalen. Misiekaba lijkt hetzelfde boekje te hebben opengeslagen: populisme, hoofdstuk één.
Het meest hilarische – of beter gezegd trieste – is dat hij blijkbaar niet weet dat ziekenhuizen volgens internationale mensenrechtenverdragen verplicht zijn om gewonden te behandelen. Iemand die halfdood binnenkomt, krijgt geen rekentoets bij de balie. Tenzij Misiekaba natuurlijk van plan is om pinautomaten in de wachtkamer te installeren.
Het wordt tijd dat de minister zelf een spoedcontrole ondergaat. Niet van zijn bankrekening, maar van zijn gezond verstand. Want één ding is duidelijk: als hij nog vaker zulke uitspraken doet, hebben wij als samenleving straks allemaal dringend… spoedeisende hulp nodig.