De regering hoopt in oktober de conceptwijzigingen af te hebben van de Wet op Regionale Organen. President Jennifer Simons zegt dat hiermee de eerste stap wordt gezet in het proces om de decentralisatie van het bestuur van het land concretere vormen te geven zoals in de Grondwet is aangegeven. Sinds de huidige Grondwet in 1987 bij referendum werd aangenomen, zijn de relevante wetgeving en bestuursorganisatie onvolledig. Hierdoor is de decentralisatie van bestuur nooit echt goed van de grond gekomen.
Een belangrijke wijziging in de huidige Wet op Regionale Organen is het schrappen van de bepaling dat de districtscommissaris voorzitter is van de Districtsraad. De Districtsraad zal een eigen voorzitter hebben. Er komt ook een overgangsbepaling dat het Districtsbestuur van een district benoemd zal worden.
Het benoemde districtsbestuur zal in eerste fase belast worden met de uitvoering van wat de regering en de minister van Regionale Ontwikkeling aan beleid hebben uitgezet. In een later stadium zal het Districtsbestuur eigen ontwikkelingsplannen voor hun district moeten opstellen. Volgens president Simons gaat dat dan nog niet betekenen dat alle plannen zullen kunnen worden uitgevoerd, maar dat de centrale overheid wel degelijk rekening zal moeten houden met wat de specifieke wensen zijn van een bepaald district.
Benoemd Districtsbestuur
Momenteel wordt het Districtsbestuur uitgemaakt door ambtenaren van de verschillende ministeries.
De benoeming van leden van het Districtsbestuur zal plaatsvinden in overleg met het district. Daarna zal er verder gewerkt worden aan de wet inzake bestuurlijke organisatie. Dat wordt volgens president Simons een langer proces, omdat dat breder bediscussieerd zal moeten worden. En als daarbij gaat blijken dat er andere wetten gewijzigd moeten worden, zoals de Kiesregeling, dan wordt dat een ander proces. De president zegt dat het wel belangrijk is om te beginnen met het benoemen van de districtsbestuurders, omdat anders nooit het punt bereikt zal worden dat een district al de eigen bestuurstaken kan overnemen.
Zaken zullen niet van de ene op de andere dag hun beslag krijgen. De verschillende ministeries zullen daarbij moeten helpen om stap voor stap de bestuursoverdrachten te doen. Er komt een instituut voor trainingen en certificeren van de districtsbestuurders. Elke taak die de districtsbesturen zal moeten overnemen, zal voorafgegaan worden door een proces van training en certificeren.
President Simons schat in dat op z’n vroegst de eerste districten binnen anderhalf tot twee jaar hun certificering afgerond hebben. Het belangrijkste is om te beginnen met de decentralisatie, “omdat we anders hetzelfde zullen krijgen zoals in de afgelopen bijna 40 jaar is gebeurd met het bestuur van een district”, aldus president Simons. Ze noemt in deze kwestie de naam van oud-districtscommissaris Achmad Amatali, de geestesvader van het decentralisatieproces in Suriname.

