Waarom moeten Surinamers via buitenlandse kanalen vernemen dat een bewindspersoon op dienstreis is, terwijl dit op de wekelijkse persconferentie van de vicepresident onvermeld blijft? Dienstreizen worden bovendien vooraf door de Raad van Ministers goedgekeurd. Toch heerst er een merkbare terughoudendheid om het eigen volk tijdig te informeren.
Een treffend voorbeeld deed zich voor in Nederland, waar in samenwerking met de Surinaamse ambassade onder leiding van Z.E. Rajendre Khargi een brainstormsessie plaatsvond.

De nieuwe minister van Olie, Gas en Milieu, Z.E. Patrick Brunings, bood tijdens zijn doorreis de diaspora de kans mee te denken over offshore-ontwikkelingen en milieubeleid.
Tijdens de bijeenkomst werden pijnpunten en perspectieven besproken, variërend van de indeling van de diaspora (studenten, consultants, vrijwilligers) tot de vraag wat een haalbaar vertrekpunt voor beleid kan zijn. Het verslag van aanbevelingen zal aan de minister worden aangeboden.
De kernvraag blijft echter: vanwaar de angst om het Surinaamse publiek zelf open te informeren over zulke reizen en initiatieven? Transparantie zou juist bijdragen aan vertrouwen en draagvlak.