De Reeberg-kwestie: een spiegel voor corruptieā€

De ontvangst van de benadeelden in de kwestie-Reeberg bij minister Stanley Soeropawiro van Grondbeleid en Bosbeheer klinkt als een overwinning: eindelijk krijgt de familie haar beschikking. Maar wie denkt dat daarmee de kous af is, vergist zich. Het dossier ruikt naar meer dan alleen een ā€œvergissingā€.

Hoe kan het dat een terrein, waarvan bekend was dat het al aan een familie toebehoorde, tóch opnieuw werd toegewezen? Was dit onkunde, of pure kwade wil? En als compensatiegrond de oplossing moet zijn, wie draait er dan op voor deze politieke en juridische rommel? De belastingbetaler, zoals altijd?

De hiĆ«rarchie binnen GBB is helder: van ambtenaar tot directeur, en uiteindelijk de minister. Als er willens en wetens is gemanipuleerd, moet de schuldvraag omhoog de keten in. Het zou te gemakkelijk zijn om de fout bij een ā€œlage ambtenaarā€ te parkeren, terwijl hogerhand de vruchten plukt.

Een politieonderzoek ligt dan ook voor de hand. Want als we blijven toekijken hoe gronden worden verkwanseld alsof het pakjes suiker zijn, dan verandert de erkenning van de familie-Reeberg slechts in een doekje voor het bloeden. Waar blijft de transparantie? Waar blijft de verantwoording?

De vraag die nu boven de Surinaamse samenleving hangt: is dit een incident, of de zoveelste steen in de muur van systematische corruptie binnen het grondbeleid?

error: Kopiƫren mag niet!