Suriname bevindt zich op een taalkundig kruispunt. De vraag of het Engels de rol van het Nederlands als officiële taal moet overnemen, klinkt steeds luider. Voorstanders stellen dat deze keuze niet alleen een praktische, maar ook een strategische stap zou zijn richting de toekomst. Het Nederlands wordt door critici een “dode taal” genoemd: slechts 27 miljoen mensen spreken het wereldwijd.
In de internationale handel en communicatie is het nauwelijks relevant. Engels daarentegen is de taal van diplomatie, wetenschap en zaken, en wordt door miljarden mensen beheerst.
Meertaligheid en verdeeldheid
Binnen Suriname zelf vormen huistalen en dialecten een kleurrijk, maar versnipperd geheel. Sranantongo, Hindoestaans, Javaans, Chinees en tal van inheemse talen worden dagelijks gebruikt. Deze taalkundige diversiteit benadrukt de culturele rijkdom, maar leidt ook tot praktische communicatieproblemen. Een neutrale, internationale taal zou een verbindende factor kunnen zijn. Engels, dat door veel jongeren al via muziek, films en sociale media wordt gebruikt, lijkt daarom een logische kandidaat.
Lessen uit Singapore
Het voorbeeld van Singapore wordt vaak aangehaald. Bij de onafhankelijkheid koos dat land bewust voor Engels als officiële taal, ondanks sterke etnische en taalkundige verschillen. Het resultaat was niet alleen interne samenhang, maar ook een ongekende economische groei. Singapore wist zich in korte tijd te ontwikkelen tot een internationaal financieel en zakelijk centrum, waar Engels fungeert als sleutel tot de wereld. Voor Suriname kan een vergelijkbare keuze deuren openen naar onderwijs, handel en internationale investeringen.
Diplomatieke steun
De recente ontmoeting tussen de Amerikaanse ambassadeur Robert J. Faucher en minister Dirk Currie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur benadrukte deze urgentie. Beide partijen bespraken de versterking van Engels in het Surinaamse curriculum, studentenuitwisselingen en samenwerking met het Office of English Language Programs in Washington. Via het CAIQES-project wordt gewerkt aan structurele invoering van Engels vanaf leerjaar 6. Minister Currie gaf aan dat dit aansluit bij de leefwereld van jongeren die al vertrouwd zijn met de taal.
Deskundig commentaar
Onderwijskundige dr. Sheila B. benadrukt dat de keuze voor Engels niet alleen een praktische, maar ook een psychologische impact kan hebben: “Wanneer kinderen vanaf jonge leeftijd in het Engels leren denken, vergroot dat hun zelfvertrouwen op de internationale arbeidsmarkt. Surinaamse jongeren zouden toegang krijgen tot universiteiten en banen die nu vaak buiten hun bereik liggen.”
Econoom Harold sluit zich daarbij aan: “Het Nederlands houdt ons in een nichemarkt gevangen. Engels opent deuren naar de regio en de wereld. Bedrijven zullen sneller investeren in een land waar hun taal wordt gesproken, en dat kan Suriname’s economie nieuw leven inblazen.”
Conclusie
De overstap naar Engels als officiële voertaal vraagt politieke moed en wettelijke verankering. Critici vrezen verlies van Suriname’s historische band met Nederland, maar voorstanders wijzen op de onmiskenbare voordelen: betere internationale positionering, sterkere onderwijskansen en economische perspectieven. Net als Singapore kan Suriname zich met Engels als hoofdinstrument profileren als een moderne, open en competitieve natie.