Kassacultuur: De nieuwe nationale sport

Wat begon als een onschuldige honger naar een simpel broodje, eindigde in een masterclass in wantrouwen. Bij een onbekende winkel leerde een klant dat Surinaamse kassa’s minder rekenmachines zijn en meer theaters.

De scène speelde zich af bij de kassa, waar een attente man in de rij fluisterde alsof hij staatsgeheimen deelde: “Meneer, u moet goed opletten hoor. Soms slaan ze expres verkeerde bedragen aan.” De klant keek verbaasd, maar volgens de ervaren winkelveteraan is het een wijdverspreide tactiek. De kassa-dame zet de verkeerde prijs in, wacht op ontdekking, en als de klant protesteert volgt steevast de klassieke dialoog: “Ohhh sjorryyyy, administratieve fout. Ik ga het corrigeren.”

Het klinkt als een incident, maar kenners beweren dat dit inmiddels een nationale sport is geworden. “We zijn een volk van improvisatie en creativiteit”, zegt dr. Winston Rekena, kassapsycholoog. “Zelfs fouten worden met artistiek talent uitgevoerd.”

Economisch analist mevrouw Lall rekent het voor: “Een bol kost officieel SRD 10, maar de inflatie van wantrouwen brengt het eindtotaal naar minstens SRD 25. En dat is nog vóór de excuses zijn uitgesproken.”

Volgens professor J. Jopie, specialist in consumentenvertrouwen, is het probleem cultureel ingebakken. “Niemand leest zijn kassabon. Totdat de bedragen beginnen te dansen. Dan voelt de klant zich opgelicht, maar heeft vaak te veel honger om de strijd aan te gaan.”

De hongerige klant uit dit verhaal moest kiezen: principes of broodje. Honger won. Hij betaalde, slikte de “administratieve fout” en vertrok, wetend dat hij niet alleen een bol had gekocht, maar ook een ticket voor het theater van de Surinaamse kassacultuur.

Moraal: Het broodje vult de maag, maar het wantrouwen vult de krant.

error: Kopiëren mag niet!