Minister van Buitenlandse Zaken, Internationale Handel en Internationale Samenwerking Melvin Bouva ontving maandag 18 augustus de Guyanese ambassadeur Virjanand Depoo voor een formeel kennismakingsbezoek. Op de agenda stonden de bilaterale samenwerking, economische prioriteiten en de voortzetting van het Strategisch Dialoog en Samenwerkingsplatform.
Maar op geen enkel moment werd publiekelijk bevestigd dat de kwestie rond het Tigri-gebied – dat al decennialang door Guyana met militaire aanwezigheid wordt bezet – ter sprake is gebracht.
Volgens een politiek analist legt dit zwijgen een pijnlijk patroon bloot. “Suriname handelt alsof grensgeschillen bijzaak zijn, terwijl ze de kern raken van soevereiniteit en nationaal zelfrespect. Elke dag dat Suriname geen positie inneemt, versterkt Guyana zijn claim”, aldus de commentator.
De historische verantwoordelijkheid is breed gedeeld. Ex-minister Albert Ramdin liet het dossier onbesproken, deels omdat hij zijn kandidatuur voor de Organisatie van Amerikaanse Staten niet in gevaar wilde brengen. Ook onder president Desi Bouterse, die zich profileerde als nationalist, bleef het stil.
Resultaat: Guyana gedraagt zich internationaal steeds assertiever en heeft inmiddels zelfs een zetel in de VN-Veiligheidsraad – een positie die invloed geeft op grensdisputen en regionale perceptie.
De gevolgen zijn verstrekkend. Internationaal wordt op steeds meer kaarten Tigri als Guyanees gebied weergegeven. Voor Suriname betekent dit dat uitstel uiteindelijk kan uitmonden in verlies.
Een analist waarschuwt: “Wie diplomatie reduceert tot beleefdheden, verliest de strategische strijd. Suriname moet kiezen: of het recht claimen en dit consequent internationaal aankaarten, of toekijken hoe de geschiedenis zich tegen ons keert.”