Minister Stanley Soeropawiro verklaarde vorige week tijdens de begrotingsbehandeling in De Nationale Assemblée dat er momenteel circa 900 rechtszaken lopen tegen het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), waarvan al 435 hebben geleid tot veroordelingen. Volgens hem zijn de oorzaken vooral een slecht bijgewerkte administratie, dubbele uitgiften en trage procedures. Maar, zijn verklaring roept meer vragen op dan ze beantwoordt.
De samenleving heeft recht om te weten om welke specifieke periodes en gronduitgifte gevallen het gaat. Zijn al deze rechtszaken tussen 2020 en mei 2025 ontstaan, of hebben ze een langere voorgeschiedenis die zich uitstrekt over meerdere regeringen? Zonder deze informatie blijft het beeld vaag en mist de samenleving cruciale context.
Daarnaast dringt zich een andere vraag op: is dit enkel nalatigheid, of was er sprake van bewuste samenwerking tussen ambtenaren en belanghebbenden om een model van manipulatie te creëren, dat later in de rechtbank succesvol werd gebruikt? Als dit laatste klopt, gaat het niet slechts om administratieve fouten, maar om een systeem van doelbewuste fraude.
Het ontbreekt bovendien aan een overzicht van de 435 veroordelingen. Welke categorieën van gronduitgifte zijn getroffen? Welke gevolgen hebben de uitspraken voor burgers die te goeder trouw grond hebben aangevraagd of gekocht? Door dit overzicht niet te delen, blijft de samenleving in onzekerheid.
Grondroof is geen schuldvraag tussen opeenvolgende regeringen. Het is een collectieve diefstal van het volk zelf. Juist daarom moet de minister meer feiten op tafel leggen en de transparantie vergroten.
