Aan de grens tussen India en Pakistan woedt een opvallende strijd die niets met wapens te maken heeft, maar alles met symboliek: wie heeft de hoogste vlaggenmast?
Op het grenspunt Sadqi, in de Indiase deelstaat Punjab, zal India op haar nationale feestdag een 61 meter hoge mast inwijden, net iets hoger dan de 50 meter hoge mast aan de Pakistaanse zijde in Sulemanki.
De vlaggenstrijd is een nieuwe episode in een langlopende rivaliteit tussen twee kernmachten die elkaar al vier keer militair hebben bestreden. De ceremonie aan de grens is een dagelijks spektakel.
Elke avond voeren soldaten van beide landen een strak gechoreografeerde vlaggenceremonie uit, waarbij ze elkaar in militaire precisie spiegelen. De bekendste versie vindt plaats bij de Attari-Wagah-grensovergang, waar duizenden toeschouwers samenkomen om hun nationale trots te vieren. Sinds 1959 wordt daar elke avond de vlag gestreken, oorspronkelijk als teken van wederzijds respect tussen voormalige Britse koloniale officieren.
Maar de ceremonie is inmiddels uitgegroeid tot een uur durende show vol bombast, beenzwaaien en patriottische kreten.
De vlaggenmasten zijn intussen uitgegroeid tot een soort verticale wapenwedloop. In 2017 plaatste India een mast van 110 meter, waarop Pakistan reageerde met een exemplaar van 122 meter. Zes jaar later ging India nog een stap verder met een mast van 127 meter. De wind aan de grens blijkt echter een geduchte tegenstander: de enorme vlaggen scheuren vaak binnen enkele weken, waardoor op gewone dagen kleinere exemplaren worden gehesen.
(Foto: Indiërs en Pakistani verzamelen zich om ‘beating retreat’- ceremonie bij te wonen aan Attari-Wagah-grens tussen Pakistan en India, aan de rand van Amritsar. © Afp)