Al decennialang draait de Caribische economie rond de Amerikaanse dollar. Elke transactie, of het nu gaat om toerisme in Barbados of landbouwexport vanuit Jamaica, loopt via New Yorkse banken. Dat zorgt voor extra kosten, vertragingen en structurele afhankelijkheid. Nu testen vier centrale banken een alternatief: het Caricom Payment and Settlement System (CAPSS).
Historische context
De dominantie van de dollar begon in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de conferentie van Bretton Woods in 1944 werd de Amerikaanse munt de wereldstandaard. Voor jonge Caribische staten betekende dit dat bijna alle grensoverschrijdende handel via de dollar verliep. Lokale banken raakten daardoor diep verankerd in het Amerikaanse financiële systeem.
Regionale en mondiale dimensie
CAPSS wil dit patroon doorbreken door directe betalingen in lokale valuta mogelijk te maken. Dat zou transacties goedkoper en sneller maken, en munten als de Oost-Caribische dollar of de Bahamaanse dollar versterken. Het systeem is gemodelleerd naar Afrika’s PAPSS, dat sinds 2022 Afrikaanse landen helpt hun afhankelijkheid van de dollar te verminderen. Een koppeling zou zelfs een historische brug slaan tussen beide regio’s.
Risico’s en obstakels
Toch zijn er uitdagingen. Washington kan via banken en instellingen subtiele druk uitoefenen om samenwerking te beperken. Ook het Internationaal Monetair Fonds en Wereldbank kunnen zorgen uiten over stabiliteit. Daarnaast hangt succes af van technische betrouwbaarheid én politieke wil. Een mislukking zou de geloofwaardigheid ernstig schaden.