Heel terecht is in DNA de opmerking gemaakt dat het sociale systeem zeer corruptie- en fraudegevoelig is. Het gaat om Algemene Kinderbijslag, financiële uitkering aan zwakke huishoudens, de financiële uitkering voor mensen met een beperking, Algemene Oudedagsvoorziening en het ‘Beneficiary Information System’ voor verbetering van de uitkeringsverstrekking. Het is corruptie- en fraudegevoelig, omdat er geen wettelijke criteria zijn waaraan iemand moet voldoen.
Een ding waarover we hier ettelijke keren hebben geschreven is het sociaal programma waaronder het werkloosheidsprogramma. Alle uitkeringen (werkloosheid, mensen met een beperking en zwakke huishoudens) dienen gebaseerd te zijn op een Wet Staatsuitkeringen Sociale Zekerheid. De groepen die aanspraak erop maken worden in de wet gedefinieerd en de voorwaarden en de periodes. Voorwaarde van de sociale uitkeringen moet zijn dat men zich onderwerpt aan economische versterking doordat men meedoet aan programma’s waardoor men economisch inzetbaar wordt.
Het sociale programma van de vorige regering was volksonvriendelijk en daarover hebben we het hier ettelijke keren gehad. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de strategische adviseurs van de regering die ‘feeling’ niet hebben met de sociale kwetsbare lagen in de samenleving. Deze regering moet ervoor waken dat ze niet een sociaal beleid voert waarin men tot in de lengte der dagen sociaal kwetsbaar blijft. Men moet van kansarm naar kansrijk worden gemaakt, voor zover mogelijk, want niet atijd is dat het geval. Dat moet gebeuren door trainingen vanuit trainingscentra landelijk en niet alleen in Paramaribo. Dat moet ook gebeuren middels programma’s die micro- en klein-ondernemerschap stimuleren.
De vorige regering heeft een aantal programma’s op poten gezet en miljoenen uitkeringen verstrekt om de bedrijvigheid te bevorderen, alleen is het nog onduidelijk op welke type bedrijven ze waren gericht en of de start-ups ook zijn gerealiseerd.
Sociale zekerheid is een belangrijk onderdeel van alle verkiezingscampagnes in ontwikkelde landen. Politieke akkoorden springen om dit onderwerp. Sociale zekerheid heeft te maken met de levenscyclus. Het gaat om uitkeringen in tijden waarop men niet kan werken. We denken aan kinderbijslag, zwangerschapsverlof, weduwen- en wezenpensioen, arbeidsongevallenuitkeringen, werkloosheidsuitkeringen (waaronder de mensen met een beperking), invaliditeitsuitkeringen, ziekteregelingen en ouderdomspensioen.
Een deel van de uitkeringen is nadat men een aantal jaren een bijdrage aan een fonds heeft geleverd. Een deel van die uitkeringen is afkomstig van de staat, zonder dat mensen daarvoor een bijdrage hoeven te doen. Deze laatste uitkeringen worden gedaan over het algemeen door het ministerie van Sociale Zaken. Er moeten duidelijke criteria komen onder welke grenzen men in aanmerking komt voor een uitkering. Deze criteria moeten transparant zijn en dienen te zijn gepubliceerd, bijvoorbeeld in een of meerdere staatsbesluiten. Deze grenzen moeten dagelijks worden aangepast en geëvalueerd.
Het systeem van sociale zekerheid moet met elkaar in communicatie en verband staan. Bepalende factoren zijn bijvoorbeeld het minimumloon en de armoedegrens. Alles moet op elkaar afgestemd zijn, zodat er geen overlappende systemen zijn en men kan overstappen van het ene naar het andere niveau en systeem. Er is jaren geklaagd over het systeem waar men een bijdrage moet doen middels het betalen van premies. De uitkeringen en de voorzieningen zouden achterlopen op de daadwerkelijke behoefte. Er zou sprake zijn van symbolische uitkeringen. Bij het systeem waar men geen bijdrage hoeft te leveren, is er de klacht van willekeur en corruptie en gebrek aan transparantie wat betreft de criteria om te kwalificeren voor een uitkering.
Reeds geruime tijd is er ter vergroting van de transparantie over de uitkeringen van Sociale Zaken een website van het ministerie die transparantie verschaft in de uitkeringen van het ministerie. Zo zouden meer dan 123.000 burgers van het land in aanmerking komen voor een koopkrachtversterking van de regering. In totaal werd in 2024 daaraan meer dan SRD 122 miljoen besteed. De maximale uitkering per persoon is SRD 1800. Het ging hier om meer dan 50.000 mannen en ongeveer 75.000 vrouwen. Het gaat om vooral werkende personen die een uitkering ontvangen.
De koopkrachtversterking komt op het brutoloon bedoeld om daarmee de koopkracht te versterken dus om daarmee inkopen te doen. Daardoor komt een aantal lonen dat onder het minimumloon zou komen te liggen, boven het minimumloon te komen uitstijgen. Blijft deze koopkrachtversterking uit, dan vallen deze lage lonen terug naar onder het minimumloon. Het aantal van de begunstigden is een indicatie hoeveel werkende mensen er zijn in de private sector en in de formele sfeer. Zulke uitkeringen kunnen maken dat ondernemers in de formele sfeer komen, maar er zijn bedrijven die de uitkeringen laten schieten omdat dit voordeel minder zwaar weegt dan de voordelen om onder de radar te functioneren, bijvoorbeeld door geen belasting te betalen.
De website van Sociale Zaken moet aangehouden worden en moet meer kwalitatieve data verschaffen over de uitkeringen in Suriname. Vooral over de criteria moet er meer informatie worden verschaft. Ook moet aangegeven worden welke trends en uitdagingen er waar te nemen waren in de voorgaande jaren. Verder moet informatie worden verschaft over fraude en het niet kunnen dekken van bepaalde burgers.
In Suriname moet de productiviteit omhoog waardoor het gemakkelijk wordt om de sociale uitkeringen te doen. Wat nog ontwikkeld moet worden is de werkloosheidsuitkering. Het is nu tijd voor een wet over de sociale zekerheid met een link naar skillsvorming.