Een Israëlische luchtaanval waarbij meerdere Al Jazeera-journalisten omkwamen, heeft de spanningen tussen Israël en Qatar verder doen oplopen. Qatar financiert de televisiezender en fungeert als belangrijk bemiddelaar in de gesprekken om de oorlog in Gaza te beëindigen.

De aanval vond zondag plaats nabij een ziekenhuis in Gaza-Stad en eiste het leven van vijf Al Jazeera-medewerkers: verslaggevers Anas al-Sharif en Mohamed Qreiqeh, fotografen Ibrahim Zaher en Mohamed Aliwa, en assistent Mohamed Noufal. Volgens Gaza-functionarissen kwamen daarnaast nog twee andere personen om.
Het Israëlische leger beschuldigde Al-Sharif van banden met Hamas, een claim die hij en de zender ontkenden. De Qatarese regering reageerde fel. Premier sjeik Mohammed bin Abdulrahman Al Thani noemde de aanvallen op journalisten “misdaden die elk voorstellingsvermogen te boven gaan” en bekritiseerde de internationale gemeenschap wegens haar onvermogen deze tragedies te stoppen.
Het incident benadrukt de complexe relatie tussen Israël en Qatar, waarbij Qatar zowel als kanaal naar Hamas dient als met wantrouwen wordt bekeken. Qatar is een welvarend golfstaatje dat zijn olie- en gasinkomsten gebruikt om internationale invloed uit te oefenen en ook bemiddelt tussen strijdende partijen zoals Israël en Hamas.