Wereldwijd werd zaterdag 9 augustus de Dag der Inheemsen herdacht. In Suriname is deze dag van bijzondere betekenis omdat het ook samenvalt met de herdenking van 135 jaar Javaanse immigratie. De inheemse volken leven al duizenden jaren in harmonie met de natuur. Toch verkeren de inheemse gemeenschappen als oorspronkelijke bewoners Suriname nog steeds in een achtergestelde positie.
De eeuwenlange strijd van de inheemsen tegen koloniale overheersing
Volgens Albert Egbert Jubithana, voormalig minister van Transport, Communicatie en Toerisme in Suriname, vertegenwoordiger van de inheemse gemeenschap en lid van het Platform Oorspronkelijke Rechten Inheemsen, komt het platform op voor de oorspronkelijke rechten van de Inheemsen.
In een fel betoog geeft hij de basisuitgangspunten weer, hij duikt hiervoor in de koloniale en hedendaagse geschiedenis:
“De inheemsen hebben vanaf het begin van het koloniseren door de Europeanen gestreden tegen bezetting van hun gebieden. Ze hebben zich vrijgevochten, want zij waren vanaf de barbaarse bezetting tot slaaf gemaakt. En daarop volgde het vredesverdrag dat toenmalige gouverneur Van Aersen van Sommelsdijk met de Inheemse Volken in 1686 heeft getekend. Op 25 november 1975 heeft de kolonisator, Nederland, geroofd land overgedragen aan de staat Suriname. En de inheemse volken zijn bewust genegeerd als oorspronkelijke bewoners van Suriname. Niet eens genoemd in de Grondwet, maar wij mogen wel prijken op het wapen van Suriname!”
“De inheemse volken dienen ook de hand in eigen boezem te steken en hun eigen ontwikkelingsvisie formuleren, waarbij sprake dient te zijn van bijdragen aan de eigen ontwikkeling. Samen met alle overige Surinamers werken naar een praktisch oplossingsmodel voor de erkenning op basis van een gezamenlijke toekomst als Surinamers”, aldus Albert Jubithana.
Albert Jubithana benadrukt verder dat de Dag der Inheemsen een dag is van bezinning en bewustwording, omdat de oorspronkelijke rechten van de inheemsen worden genegeerd en telkens weer als instrument worden ingezet om zogenaamd de inheemse samenleving te willen “tegemoetkomen”. Het respect ontbreekt totaal voor de inheemsen, terwijl zij altijd hebben gevochten tegen de barbaarse bezetting van de blanke overheersers. Ook hebben de inheemsen de marron-broeders en zusters opgevangen en wegwijs gemaakt in hun overleving in onze bossen. Vandaag de dag zien wij de systematische voortzetting van de koloniale houding en handelen van eigen Surinaamse broeders/zusters die door de Inheemsen zijn verwelkomd. Ze blijven niet stilstaan bij de oorspronkelijke rechten van de inheemsen, maar veredelen de koloniale erfenis door de woon- en leefgebieden van de inheemsen telkens binnen te dringen zonder zich te houden aan de VN-verdragen over de rechten van de inheemse volken.
Roep om erkenning van de oorspronkelijke rechten van de Inheemsen
Volgens de visie van Jubithana doet ook de westerse aanpak inbreuk op het zelfbeschikkingsrecht van de inheemse volken door onder andere het niet in acht nemen van de FPIC (Free Prior And Informed Consent), dat wil zeggen: het vooraf ongedwongen informeren en toestemming krijgen van de inheemse volken.”
“Daarom is deze dag van bezinning hoe wij als inheemsen middels saamhorigheid en goed overleg een bijdrage moeten leveren voor de erkenning. Het is geen genoegdoening, maar het zijn de oorspronkelijke rechten waarop de inheemse volken aanspraak maken die wettelijk erkend moeten worden. De roep om erkenning van de oorspronkelijke rechten van de inheemsen zal ook na 9 augustus 2025 luid blijven klinken. Inheemsen dienen meer dan ooit te bundelen en vanuit één ontwikkelingsvisie en harde doelstellingen plaatsnemen aan tafel om een bijdrage te leveren voor de erkenning van de oorspronkelijke rechten. De politieke weg biedt geen oplossing. Deze wordt juist als instrument gebruikt om de inheemsen ver van de doelstelling af te houden. Zie hier de veredeling van de welbekende “verdeel en heers politiek”. Politiek zou dit proces van erkenning van de oorspronkelijke bewoners van Suriname juist in alle objectiviteit moeten begeleiden en voorkomen dat de enge individuele belangen prevaleren.”
Daarnaast benadrukt Jubithana niet voor het gebruik van de term “grondenrechten” te kiezen, omdat deze term de lading niet dekt van de rechten van de inheemse volken als oorspronkelijke bewoners. Hij stelt verder: “Ik praat over oorspronkelijke rechten, omdat deze rechten “originaire rechten” zijn: niemand anders dan onze voorouders hebben deze oorspronkelijke rechten aan ons overgedragen en daarom ook onze eeuwenlange strijd tegen de bezetting van de kolonisatoren en nu strijden wij tegen de veredeling van deze erfenis, door onze eigen Surinaamse broeders! Dit is natuurlijk stof voor juristen, maar het is niet anders. Het heden spreekt voor zich; recent de uitleg van de directeur van SBB over een concessie in het woon- en leefgebied van het dorp Powakka. Het is veelal de politiek die dit vraagstuk inzet als instrument voor eigen gewin. Er zijn tal van voorbeelden: elke dag wordt er hout geoogst en geëxporteerd, waarbij beleidsmakers diverse vergunningen verstrekken voor economische activiteiten binnen de woon- en leefgebieden van de inheemse gemeenschappen zonder de Free, Prior and Informed Consent (FPIC) in acht te nemen.”
De inheemsen eisen erkenning op grond van hun oorspronkelijke rechten
De heer Jubithana verwijt de politiek miskenning van de oorspronkelijke rechten van de inheemsen. “Het moet telkens erop lijken alsof politiek de oplossing moet brengen en dan wordt een rekensom gemaakt van het aantal inheemsen en de inheemse stemmen/zetels in het parlement, en hierdoor de discussie verplaatst van de oorspronkelijke rechten naar een subjectieve rationele benadering.“
Hij zegt ook dat prominenten in de samenleving zelfs durven te beweren dat inheemsen zich westers kleden, dat er ook wegen leiden naar de dorpen (ontsloten gebieden), dus er is geen sprake van in stamverband levende groepen. Volgens Jubithana doet deze stelling afbreuk aan het zelfbeschikkingsrecht van de inheemse volken. Op dergelijke ondermaatse wijze durven deze Surinaamse broeders en zusters dit vraagstuk te benaderen.”
“Voor alle duidelijkheid en het voorkomen van misinterpretaties: de inheemse volken hebben nimmer gesteld dat zij het land Suriname opeisen. Wat wij eisen is de erkenning van onze oorspronkelijke rechten en op basis van wederzijds respect het traject van oplossing uitzetten. Zolang wij deze weg niet inslaan zullen wij afhankelijk blijven van internationale verdragen en veredeling van de “verdeel en heers-politiek” en te maken krijgen met hebzucht zonder het gewenste resultaat in zicht.”
Inheemsen zijn bewakers van de natuur
Jubithana stelt kort en krachtig dat de inheemsen de “bewakers zijn van de natuur”. “Inheemsen hebben een levensfilosofie en levenswijze waarbij de mens onderdeel is van de natuur. Zie daar hun kennis over flora en fauna en eeuwenlang leven in de natuur en met de natuur. Economische belangen moeten hand in hand gaan met het erkennen van het bestaansrecht en het waarborgen van de inheemse cultuur.
Het westerse denken en aanpak heeft ons leren denken in materieel bezit en uitputten van natuurlijke hulpbronnen voor economisch gewin. De inheemsen hebben een opvatting van collectieve verantwoordelijkheid en dienovereenkomstig omgaan met de natuur. Deze zijn twee verschillende opvattingen die ver uit elkaar liggen, maar tegelijkertijd ook kansen bieden om als Surinamers empathie en sympathie naar elkaar toe te tonen, waarbij wederzijds respect centraal staat. Dan zullen de economische belangen niet meer de boventoon voeren, maar dan hand in hand gaan met het bestaansrecht en het waarborgen van de inheemse cultuur en verantwoord omgaan met moeder natuur.”
Jubithana zegt de overtuiging te dragen dat in deze opvatting een gezamenlijke oplossing zit.
“Het Platform kiest voor bezinning op de Dag der Inheemsen. Bezinning om gezamenlijk als Surinamers de erkenning van de oorspronkelijke rechten van de inheemse volken te realiseren en als voorbeeld voor de wereld dienen, op onze Surinaamse manier dus!”