Vicepresident Gregory Rusland heeft zich afgelopen weekend georiënteerd op de slechte staat van de Van ’t Hogerhuystraat, naar aanleiding van aanhoudende klachten uit de buurt. Met een camera in de buurt en een strak gezicht kondigde hij aan dat er “binnen twee weken verbetering” moet komen, want “het landsbelang gaat voor”.
Opmerkelijk detail: die belofte was al eerder gedaan door minister Stephen Tsang van Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening, de enige die daar ook daadwerkelijk bevoegd toe is. Volgens de Surinaamse Grondwet heeft de vicepresident namelijk geen ministeriële uitvoeringsbevoegdheden. Zijn rol is beperkt tot het voorzitten van de Raad van Ministers en het adviseren over beleid. De Wet Wegenautoriteit bepaalt dat wegonderhoud onder de verantwoordelijkheid valt van de minister van Openbare Werken.
Critici merken op dat Rusland met zijn herhaling van Tsang’s toezegging de indruk wekt dat het om een eigen initiatief gaat. “Alsof je een sleutelbos toont die je niet hebt”, grapte een buurtbewoner.
De vraag blijft nu: wordt de straat straks sneller gerepareerd dankzij deze dubbele belofte, of zorgt de grindpolitiek vooral voor extra stofwolken in de bestuursgang?
