Afrikaanse vluchtelingen vechten om overleving terwijl hulp opdroogt.

Bron: Nicholas Bariyo (Kiryandongo, Oeganda) & Alexandra Wexler (Johannesburg)

Met het terugschroeven van Amerikaanse humanitaire hulp aan Afrika door de regering-Trump, zijn vluchtelingen uit oorlogslanden genoodzaakt letterlijk te strijden om de laatste restjes voedsel.

In het uitgestrekte vluchtelingenkamp Kiryandongo in Oeganda werden nieuwe aankomsten uit Zuid-Soedan recent aangevallen door andere bewoners. Gewapend met machetes en stokken namen de aanvallers voedsel, doodden mensen en verwondden bijna honderd anderen. Moeder Makkal Abdul Aziz verloor tijdens zo’n aanval haar voorraad brood en pap, bedoeld voor haar zes kinderen.

Volgens de VN komt 40% van de wereldwijde voedselhulp uit de VS. Door forse bezuinigingen kampen hulpprogramma’s met tekorten. In mei meldde het Wereldvoedselprogramma dat het distributies in het oosten van Afrika met 80% moest verminderen. Vluchtelingen krijgen nu slechts een fractie van hun rantsoenen.

Afrikaanse landen huisvesten gezamenlijk meer dan 36 miljoen ontheemden, waaronder velen die naar buurlanden vluchtten. In Kiryandongo, waar 1,9 miljoen mensen verspreid over 13 nederzettingen wonen, breken steeds vaker gevechten uit over schaarse voedselvoorraden.

Artsen waarschuwen dat de situatie levensbedreigend is. Dr. Assad Ibrahim uit Kampala stelt dat het wegvallen van internationale hulporganisaties direct voelbaar is. De tekorten treffen vooral kwetsbare groepen, zoals vrouwen en kinderen.

Voor veel vluchtelingen is er geen uitweg: ze kunnen niet terug naar huis en hebben geen mogelijkheden om elders een bestaan op te bouwen. “Zonder hulp is het een kwestie van overleven van dag tot dag,” aldus een VN-woordvoerder.

error: Kopiëren mag niet!