Dankbaar dat ze bleven

Bij de herdenking van de Dag van de Inheemsen en de Javaanse Immigratie hebben we de neiging om steeds aandacht te besteden aan de geschiedenis van de inheemsen en de actuele zaken deze Surinamers rakende. Wat deze groep betreft, hopen we dat dit jaar de Wet Collectieve Rechten Inheemse en Tribale Volken wordt behandeld en aangenomen. Het is niet ingewikkeld en het is niet complex en gevoelig. We zijn al te lang ermee bezig en het is nu tijd voor de volgende stap. 

Vandaag zullen we aandacht besteden aan de groep Javaanse Surinamers. Deze groep is enorm geïntegreerd en is actief op elk vlak van het sociaal-maatschappelijk en economisch leven. De culturele bijdrage van de Javanen aan de Surinaamse samenleving is ongekend en geeft Suriname een niet in te halen comparatief voordeel in verhouding tot de andere landen in de wereld. De Javaanse cultuur in alle verschijningsvormen is beeldschoon en leent zich enorm voor inzet in de toeristische industrie. We denken dan aan het Surinaams-Javaans, traditionele zang en dans, openbare opvoeringen, de podiumkunsten en culinair. 

De Javaanse gemeenschap is enorm ingebed in de Surinaamse samenleving en is onmiskenbaar een waardevol onderdeel van de rijke Surinaamse cultuur en erfgoed. De Surinaamse regering dient zich enorm in te zetten om de Javaanse cultuur te conserveren en te ontwikkelen. Er moet geld uitgetrokken worden om de Javaanse culturele verenigingen, waaronder de groepen die aan djarang kepang en gamelan doen, te subsidiëren. Het is heel mooi om te zien hoe de jonge generatie opeens wel betrokken is in de culturele verenigingen. Ze treden op in de djarang kepang groepen en spelen in de gamelan orkesten. Deze activiteiten moeten bijvoorbeeld studie credit points opleveren. 

Zonder de Javaanse cultuur zou het Surinaams cultureel erfgoed nooit zo mooi zijn. Onder de Surinaamse Javanen zijn ook uitzonderlijke intellectuelen en bestuurders van formaat geweest, waarbij zeker de namen van Soewarto Moestadja en Sonny Kertoidjojo moeten worden genoemd. 

De eerste Javanen kwamen op 9 augustus 1890 aan en waren door de Nederlandse kolonisators uit toenmalig Nederlands-Indië aangevoerd. In totaal kwamen 32.956 mensen van Nederlands Oost-Indië als contractarbeiders naar Suriname. Iets meer dan 26% van hen keerde terug naar hun thuisland. Ongeveer 24.000 immigranten bleven in Suriname. In de census van 2012 telden hun nakomelingen 73.975 leden in Suriname, naast nog een aantal mensen van gemengde afkomst. Sinds de tweede helft van de twintigste eeuw zijn veel Javanen vanuit Suriname geëmigreerd, zodat ook buiten Suriname grote groepen Javaanse Surinamers te vinden zijn. Een eerste groep vertrok in 1954 naar het pas onafhankelijke Indonesië en vestigde zich op West-Sumatra. 

Tijdens en na de onafhankelijkheid van Suriname vertrokken veel Javanen, net als leden van andere Surinaamse bevolkingsgroepen, naar Nederland. Een kleinere gemeenschap bestaat in Frans-Guyana. 

De Javaanse Surinamers zijn erin geslaagd een groot deel van hun Javaanse cultuur te behouden. Ze spreken nog altijd een variant van de Javaanse taal, het Surinaams-Javaans, beoefenen hun traditionele religies en ook andere culturele tradities, zoals het Javaanse toneel. Wel hebben zij zich in de loop van de tijd aan hun veranderde omstandigheden aangepast. Het Surinaams-Javaans kent bijvoorbeeld veel leenwoorden uit het Nederlands, Sranan, Sarnami en op kleinere schaal het Indonesisch, wat voornamelijk komt door de populariteit van Indonesische films. 

Deze eerste groep contractarbeiders kwam op 9 augustus 1890 aan boord van de Prins Willem II aan in Suriname. Zij waren met 94, hoofdzakelijk afkomstig uit Soerakarta (tegenwoordig Solo), en waren bestemd voor de plantage Mariënburg, eigendom van de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Er zijn aanwijzingen dat een aantal van hen niet vrijwillig is opgestapt. Het experiment werd succesvol geacht en in juni 1894 kwam de eerste grotere groep Javaanse contractarbeiders aan. 612 mensen waren in Indonesië opgestapt. Onderweg stierven 32 van hen en voor de ontscheping in Paramaribo stierven nog eens 16. Tweehonderd mensen werden zwaar ziek in het militair hospitaal opgenomen. Latere transporten hadden niet meer zo’n hoog sterftecijfer.

De contractanten kwamen uit dorpen in Midden- en Oost-Java. Een deel van hen was dan ook geen Javanen; vijf procent was Soendanees – zo onder andere Iding Soemita, oprichter van de Javaanse partij KTPI – en een halve procent was Madoerees. Javanen vormden echter wel de overgrote meerderheid (>90%). Dit leidde tot de dominantie van de Javaanse taal en de uiteindelijke assimilatie van de andere groepen.

Na afloop van hun vijfjarig contract kregen de contractarbeiders de keuze om terug te keren naar Java, of om in Suriname te blijven. Het gouvernement wilde dat zo veel mogelijk van ze de tweede optie koos. Zo zou het bevolkingstekort in de kolonie (gedeeltelijk) opgelost kunnen worden. 

Een verordening uit 1863 hield echter in, dat mensen die kozen om te blijven hun recht op vrije terugkeer zouden verspelen, wat velen afschrikte. In 1895 werd daarom bepaald dat contractanten die afzagen van dit recht een premie van 100 gulden kregen. Daarnaast konden ze kleine voorschotten krijgen van het gouvernement en, als hun grond was toegewezen, deze zes jaar lang vrij gebruiken. Door deze voordelen koos hierna het merendeel van de contractanten om te blijven.

Naast deze materiële voordelen speelde ook het feit dat men zich schaamde. Velen waren vertrokken in de hoop na vijf jaar als rijk man terug te keren. Toen zij vaststelden dat ze niet rijk geworden waren, durfden ze uit vrees thuis uitgelachen te worden niet meer terug te keren. Ook speelden hier weer een hoop individuele redenen. Sommigen zagen er tegenop de lange boottocht te herhalen; vrouwen bleven vaak omdat ze intussen getrouwd waren met iemand die bleef. 

Bij een onderzoek in 1963 werd echter geen enkele persoon gevonden die bleef, omdat het land hem of haar beviel. Niet alle contractanten werkten op de plantages. 

De dag van 9 augustus is een dag om ode te brengen aan deze groep Surinamers, die enorme waardering verdienen. De voorouders die zijn gebleven moeten wij met ons allen enorm dankbaar zijn.

error: Kopiëren mag niet!