Bron: The Hindu
Op 19 oktober 1988 stortte Indian Airlines-vlucht IC-113, een Boeing 737 met 129 passagiers en zes bemanningsleden, neer tijdens de nadering van de luchthaven van Ahmedabad. Het toestel, onderweg van Mumbai, raakte een elektriciteitspaal en crashte 2,5 km van de landingsbaan. 133 mensen, waaronder kinderen, kwamen om.
Onderzoek wees uit dat de piloten de voorgeschreven minimumhoogte en naderingstechnieken bij slecht zicht negeerden. Families van de slachtoffers kregen aanvankelijk een compensatie van slechts ₹2 lakh (ca. €2.200) voor binnenlandse en ₹5,5 lakh voor internationale passagiers. Nabestaanden, onder wie Paneksh Patel, voerden decennia een juridische strijd voor rechtvaardige schadevergoeding.
De zaak sleepte zich door meerdere rechtbanken, waarbij het Hooggerechtshof in 2012 oordeelde dat zowel Indian Airlines (70%) als de Airports Authority of India (30%) aansprakelijk waren. Het hof kende ₹6 crore (ca. €660.000) toe aan 36 gezinnen, plus rente vanaf 1990.
Ondanks het oordeel wachten sommige families nog steeds op volledige uitbetaling. Advocaten hekelen het trage proces en benadrukken dat veel nabestaanden inmiddels zijn overleden zonder hun rechtmatige compensatie te ontvangen.
“Het gaat niet alleen om geld, maar om erkenning van de fouten en het onrecht,” aldus Patel.