We mogen niet achter raken
Suriname blijft niet gespaard van de wereldwijde digitale opmars. De opkomst van artificiële intelligentie (AI) en andere vormen van digitale technologie veranderen overal de manier van leven en werken. De arbeidsmarkt komt hierdoor onder druk. Hoewel digitalisering veel kansen biedt voor economische groei en vernieuwingen, vormt het ook een bedreiging voor de arbeidsmarkt.
Een bedreiging in de zin dat er al tekenen zijn dat technologische vooruitgang banen zal verdringen in sectoren zoals administratie, callcenters, logistiek, kassapersoneel, schrijvers, vertalers, programmeurs en consultants. Kunstmatige Intelligentie zal steeds meer taken overnemen.
Er zijn banen die niet meteen zullen lijden onder de razendsnelle digitale opmars in Suriname en landen die qua ontwikkeling vergelijkbaar zijn met Suriname. Banen die fysieke inspanning vereisen kunnen niet door AI overgenomen worden. Met name arbeiders in de bouw-, staal-, en constructiesector, monteurs, interieurverzorgers, politieagenten, militairen, verpleegkundigen, beveiligers, marktverkopers en vele andere beroepen zullen voorlopig niet beïnvloed worden door AI, omdat AI vooral goed is in taken zoals schrijven, rekenen, adviseren en analyseren, aldus een onderzoek van Microsoft.
De dreiging dat duizenden medewerkers die emplooi vinden in callcenters vervangen zullen worden door AI-tools is reëel.
Er is een taak weggelegd voor de overheid om ervoor te zorgen dat praktisch opgeleide mensen en technisch personeel een betere bijscholing en herscholing krijgen. Ook modernisering van het beroepsonderwijs door de groeiende vraag naar gespecialiseerde technici in de olie- en gassector zal bijdragen aan vergroting van de arbeidsmarkt.
En van de grootste bedreigingen is dat het onderwijs in Suriname achterblijft. De curricula vanaf het basisonderwijs, lager- en hoger beroepsonderwijs, zijn nog teveel gericht op kennisoverdracht, terwijl digitale vaardigheden niet of onvoldoende worden onderwezen. Veel studenten verlaten de school zonder voldoende voorbereiding op een digitale toekomst. Computerlessen zijn op het voortgezet onderwijs vaak een keuzevak, terwijl het in werkelijkheid een hoofdvak of kernvaardigheid zou moeten zijn om de competenties voor de toekomst veilig te stellen.
Het feit dat er op scholen in ver afgelegen districten en plattelandsgebieden nog steeds onvoldoende toegang is tot internet en digitale infrastructuur, dreigt een deel van onze studenten en beroepsbevolking uit te sluiten van technologische ontwikkeling. Dit zal de sociale ongelijkheid alleen maar vergroten. De overheid dient ervoor te zorgen dat iedereen gelijke kansen heeft.
Er zijn echter ook kansen, want door de digitale opmars ontstaan er ook nieuwe beroepen en sectoren, zoals als data-analyse, softwareontwikkeling, cyber security, content creëren, en marketing. De maatschappij moet daarop wel voorbereid worden. Het ministerie van Onderwijs Wetenschap en Cultuur, het bedrijfsleven en alle ander onderwijsinstellingen zullen moeten samenwerken om te investeren in digitale educatie om bij de tijd blijven.
Er is dringend behoefte aan een nationale visie op het gebruik van AI en digitale technologie. Voor Suriname is het noodzaak om ons goed daarop voor te bereiden. Dat er te weinig hoogopgeleiden zijn is een vaststaand feit. De toekomst vraagt om een goed opgeleide bevolking en digitaal bewust beleid. Er is geen weg terug.