Minister Harish Monorath van Justitie en Politie, JusPol, heeft een krachtig signaal afgegeven tijdens zijn werkbezoek aan het Korps Politie Suriname (KPS): het tijdperk van het zogeheten tjuku-beleid, het vragen of aannemen van steekpenningen, moet tot het verleden behoren. Volgens de bewindsman moet de integriteit van het politiekorps onberispelijk zijn.
“De samenleving verlangt meer dan alleen veiligheid; zij verlangt gerechtigheid, transparantie en een politieapparaat dat werkt in dienst van het volk, niet ten koste van het volk. Het juku-beleid ondermijnt dat vertrouwen”, aldus Monorath.
Landelijk veiligheidsplan
Sinds zijn aantreden heeft Monorath intensieve oriëntatie gesprekken gevoerd met de korpschef, het managementteam en de politiebond. “Ik ga uit van inclusiviteit en het versterken van human capital. Alleen samen kunnen wij bouwen aan een veiliger Suriname”, benadrukte de minister.
Een centraal onderdeel van zijn beleid vormt het opstellen van een landelijk veiligheidsplan. Hiermee moeten structurele achterstanden, zoals personeelstekorten en materiaalgebrek, worden aangepakt. Ook komt er nadruk op bestrijding van jeugdcriminaliteit, bendevorming, diefstallen, berovingen, verkeerscriminaliteit en geluidsoverlast.
Praktische verbeteringen
“Onze samenleving wil ‘s avonds met een gerust hart slapen. Dat is niet te veel gevraagd, dat is een grondwettelijk recht”, zei de minister. Hij kondigde aan dat de politie zichtbaarder aanwezig zal moeten zijn in de wijken en dat er gewerkt wordt aan een betere communicatie tussen burgers en de politie, vooral bij afhandeling van klachten.
Verder kondigde Monorath aan werk te maken van de afhandeling van de achterstand in rijbewijs aangelegenheden en de afgifte van documenten aan vreemdelingen. “Wat u van mij mag verwachten is toewijding en zorg. Wat ik van u verwacht is toewijding aan het recht en dienstbaarheid aan de burger”. stelde hij vastberaden.
De oproep tot een mentaliteitsverandering binnen het korps werd krachtig afgesloten: “We moeten samen het juk van corruptie afwerpen. Ik heb onwrikbaar vertrouwen in de zonen en dochters van de rechtsstaat Suriname.”