De Surinaamse vestiging van de Amerikaanse goudgigant Newmont staat voor een ingrijpende reorganisatie. Naar verluidt zal het bedrijf het personeelsbestand met 10 tot 15 procent terugbrengen, in een poging de toenemende financiële druk te verlichten. Werknemers zijn inmiddels geïnformeerd over het voornemen en een deel van hen zal worden afgekocht. De voorbereidingen daarvoor zijn in volle gang terwijl de leiding van Newmont nog in onderhandeling is met de Newmont Werknemers Organisatie (NWO).
De directe aanleiding voor Newmont Suriname om het personeelsbestand met 10 tot 15 % te reduceren,is gelegen in het feit dat het bedrijf te kampen heeft met stijgende operationele kosten, druk op de winstgevendheid en interne herstructurering. De reductie maakt deel uit van een bredere strategie om efficiënter te opereren en de balans te versterken.
Kredietbeoordelaars en financiële analisten wijzen al langer op de impact van inflatie, arbeidskosten en stijgende AISC (All In Sustainable cost) wat de winstmarges onder druk zet, zelfs bij stijgende goudprijzen. Die analyses impliceren de verhoogde kwetsbaarheid van het moederbedrijf.
De vakbond bij Newmont Suriname is kritisch over de gang van zaken en kondigde aan de ontwikkelingen op de voet te volgen. “Dit gaat niet alleen om cijfers, maar om gezinnen die afhankelijk zijn van dit werk”, aldus een werknemer. De vakbond verwacht dat er meer transparantie komt over de selectieprocedure en de compensatieregelingen voor de afvloeiing.
Voor veel werknemers is de onzekerheid groot. Sommigen kijken uit naar nieuwe mogelijkheden. Volgens goed ingevoerde bronnen bereiden enkele Surinaamse arbeiders zich voor op een overstap naar buurland Guyana, waar binnenkort 2 van Zuid-Amerika’s grootste goudmijnen operationeel zullen zijn. Ze bevinden zich al in een vergevorderde ontwikkelingsfase, met ruimte voor meer dan duizend gespecialiseerde werknemers, door tekort aan technisch personeel in Guyana.
De mijnbouwsector in Guyana zit in de lift. De overheid daar trekt actief investeerders aan, en de arbeidsvoorwaarden in de nieuwe mijnen zouden vergelijkbaar of zelfs beter zijn dan die in Suriname. Dat maakt het land aantrekkelijk voor goudmijnwerkers die hun zekerheid in eigen land dreigen te verliezen.
Niet alleen Newmont-medewerkers zouden deze stap overwegen. Ook arbeiders van andere goudmijnbouwbedrijven in Suriname zouden hun pijlen richten op de opkomende Guyanese mijnbouw industrie, in de hoop op meer stabiliteit en betere beloning. Een tekort aan technisch personeel in Guyana vergroot hun kansen aanzienlijk.
Economen voorzien dat Newmont wereldwijd in een periode van herstructurering zit, met mogelijk meer vestigingen waar personeelsreductie wordt overwogen. De situatie in Suriname is een duidelijke waarschuwing: ook multinationals met diepe wortels kunnen op korte termijn hard ingrijpen als de wereldwijde financiële realiteit daartoe dwingt.
Voor Suriname betekent dit niet alleen verlies van werkgelegenheid, maar mogelijk ook een braindrain van gekwalificeerd technisch personeel naar Guyana.