In Suriname is het geen unicum dat een voormalig president na zijn ambtstermijn terugkeert in De Nationale Assemblée (DNA), mits hij verkozen is.
Ook ex-president Chan Santokhi lijkt deze stap te zullen zetten na de verkiezingsnederlaag dit jaar. Hij werd opnieuw gekozen als parlementariër namens de VHP, waarvan hij tevens voorzitter is.
Santokhi kent het parlementair werk: hij was eerder minister van Justitie en Politie en ook lid van de DNA.
De vraag rijst echter: zal zijn terugkeer succesvol zijn of eindigen zoals die van Ronald Venetiaan?
Venetiaan, eveneens een ex-president en partijleider, nam na het verkiezingsverlies van het Nieuw Front in 2010 kortstondig zitting in DNA. Zijn aanwezigheid daar was van korte duur. Volgens politiek analist ‘Marcus R.’ lag de reden voor zijn terugtreden in de vijandige toon die hij als voormalig staatshoofd moest verdragen: “In plaats van dialoog, werd Venetiaan doelwit van persoonlijke aanvallen.
Het respect voor het hoogste ambt leek verdampt.”
Na zijn vertrek nam Hesdy Pigot zijn zetel over in het parlement. Marcus R. waarschuwt dat Santokhi eenzelfde lot zou kunnen treffen: “Wanneer een ex-president het parlement betreedt, bestaat het risico dat men hem niet als parlementariër ziet, maar blijft behandelen als oud-president – of erger: als symbool van falend beleid.”
In de regio zijn er echter voorbeelden van ex-staatshoofden die wél een succesvolle parlementaire rol vervulden.
In Guyana keerde Bharrat Jagdeo na zijn presidentschap terug als parlementslid en werd later vicepresident.
In Trinidad en Tobago bleven voormalig premier Basdeo Panday en Kamla Persad-Bissessar actief als parlementariër en oppositieleider na hun premierschap.
Of Santokhi hetzelfde pad kan volgen zonder in de schaduw van zijn presidentschap te blijven staan, zal blijken uit het politieke klimaat en de bereidheid tot inhoudelijke dialoog binnen de DNA.