Campagnefinanciering in Suriname: donaties in de schaduw van de verkiezingen.

Huidige regelgeving en praktijk

Volgens waarnemers van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) is “de financiering van verkiezingscampagnes grotendeels ongereguleerd” in Suriname. Wettelijk moeten partijen wel jaarlijks hun inkomsten en uitgaven rapporteren, maar de OAS stelt dat dit in de praktijk nauwelijks gebeurt.

In veel gevallen worden jaarrekeningen pas in verkiezingsjaren achteraf ingediend om registratie-eisen te omzeilen.

De verkiezingscommissie (CHS, Centraal Hoofdstembureau) ontvangt die documenten wel, maar heeft geen middelen om ze inhoudelijk te controleren. Met andere woorden: de financiële overzichten worden gearchiveerd, maar niet geverifieerd.

Daardoor blijft onduidelijk waar de campagnesommen vandaan komen.

Dit gebrek aan toezicht ondergraaft de democratische controle.

Een Surinaamse opiniemaker schreef dat de publicatieplicht voor partijen “al decennialang … een dode letter” is: partijen houden zich jarenlang niet aan de verplichting om hun financiën openbaar te maken.

Zolang deze rapporten geheim blijven (of zeer beperkt zijn), hebben kiezers geen enkel zicht op wie de campagnes betaalt en met welke middelen.

Hij wijst erop dat dit wantrouwen zaait: zonder transparantie in de geldstromen is het moeilijk om te beoordelen of beleid na de verkiezingen het algemeen belang dient of vooral dat van geldschieters.

Criminoloog: anoniem geld en de risico’s van corruptie

Criminologen signaleren grote risico’s zodra donaties anoniem plaatsvinden.

Visionair denker Roy Bhikharie waarschuwde dat zonder wettelijke openbaarmaking “grootschalig witwassen” wordt gefaciliteerd en (zwart) kapitaal onzichtbaar politieke invloed kan kopen.

In een ingezonden opiniestuk stelde hij dat geldschieters en witwassers onder de huidige omstandigheden gegarandeerd invloed verwerven op het overheidsbeleid. Zij zien verkiezingsdonaties als een investering met een herstelbetaling: Bhikharie wijst erop dat deze financiers later de toekomstig verwachte olie- en gasinkomsten – of andere winsten – als “terugbetaling” kunnen opeisen.

Met andere woorden: donoren krijgen bij winstdeelname aanspraak op lucratieve staatsprojecten of straffeloosheid voor illegale activiteiten.

Dit vergroot de kans op corruptie, omdat partijen geneigd raken om beleid te maken in het belang van geldschieters in plaats van de bevolking.

Potentiële geldschieters en hun belangen

Wie zijn die donoren, en wat verwachten zij in ruil? Uit deskundigenanalyses en parlementaire discussies blijkt dat een paar groepen het meest in aanmerking komen:

Lokale bedrijfsbelangen: Grote binnenlandse ondernemers in sectoren als bouw, energie, mijnbouw of handel kunnen flinke bedragen storten. In ruil mikken zij vaak op overheidscontracten of versoepeling van regelgeving. Zo klaagde een parlementslid recent dat in Nickerie één ondernemer “alle opdrachten van de overheid” krijgt kennelijk onder druk van partij- of regeringsbelangen.

Zulke zakenlieden kunnen verwachten dat hun partijen na een verkiezingswinst gunstige aanbestedingen en benoemingen veiligstellen.

Buitenlandse financiers: Omdat er geen verbod is op geld uit het buitenland kunnen ook internationale bedrijven, multinationals of zelfs buitenlandse regeringen partijen steunen.

Zij dromen ervan politieke invloed af te dwingen voor toegang tot grondstoffen en investeringsprojecten. Dergelijke donaties kunnen allerlei vormen aannemen – van rechtstreekse financiële giften tot vage sponsorcontracten.

Zonder nationale regels om buitenlandse bijdrages uit te sluiten, is het voor buitenlandse actoren eenvoudig om anoniem mee te betalen en achteraf goodwill te vragen.

Illegale netwerken: Financiële steun kan ook vanuit de onderwereld komen (drugs­handel, illegale goudwinning, mensenhandel en dergelijke). Criminologen wijzen erop dat deze “zwarte geldschieters” politieke lijntjes zoeken om vervolging en regelgeving te omzeilen.

Zoals Bhikharie schetst: het kapitaal van zulke netwerken zal straks “de regering dirigeren” en staatsschade claimen als betaling Met donaties halen criminele groepen favours en bescherming binnen bij partijen die hen helpen winst te maken. Dit versterkt de risico’s van door de staat gefaciliteerde corruptie en ondermijnt de rechtsstaat.

Beloften versus praktijk: beloften aan de kiezer

Opmerkelijk is dat ook Surinaamse politici wel eens pleiten voor transparantie, maar dit vaak niet uitwerken. Zo berichtte een opiniestuk over de formatie na de verkiezingen van 2020 dat de toenmalige coalitiepartijen een nieuwe “wet openbaarheid” hadden beloofd.

Kort na de overwinning werd daar echter niets meer over gehoord. In de media werd zelfs droog opgemerkt dat geen enkele partij zichzelf voornam om strengere regels door te voeren.

Kortom: veel partijen wijzen met een beschuldigende vinger naar het gebrek aan regelgeving, maar zodra ze in de machtsposities zitten, ontbreekt de politieke wil om concrete wetten te maken of te handhaven.

Dit patroon tekent de huidige cyclische situatie: voor de verkiezingen roept men om vernieuwing, maar achteraf verandert er weinig.

In de verkiezingsperiodes van 2020 en 2025 hebben internationale waarnemers deze lacunes ook kritisch aangekaart.

Het OAS-rapport van 2025 benadrukt dat campagnefinanciering “nog steeds grotendeels ongereguleerd” is en pleit voor wetgeving met uitgave­limieten en transparantie, vergelijkbaar met systemen in andere landen.

Tot nu toe zijn echter die aanbevelingen in Suriname niet opgevolgd. Hierdoor blijven de oorsprong van de miljoenen die campagnevoerders uitgeven onduidelijk, en kunnen donoren ongestraft hun invloed laten gelden.

Zonder nieuwe wetten die anonieme giften verbieden en rapportage afdwingen, blijven politicologen en criminologen waarschuwen voor de ondermijnende effecten hiervan op democratie en rechtsstaat.

error: Kopiëren mag niet!