In Pyongyang heeft Noord-Korea deze week een nationale kookwedstrijd voor hondenvlees gehouden, met deelname van ongeveer 200 chefs uit het hele land. De wedstrijd, georganiseerd door het regime en gemeld door het Noord-Koreaanse persbureau KCNA, vond plaats in het “Food Festival House” op Ryomyong Street en duurde vier dagen.

De deelnemers bereidden diverse gerechten met hondenvlees, lokaal bekend als “zoet vlees”, waaronder de traditionele tangogi-soep.
Volgens staatsmedia is het evenement bedoeld om culinaire vaardigheden te verbeteren en recepten te delen. Hondenvlees wordt in Noord-Korea beschouwd als zomerse energiebron en wordt officieel gepromoot als onderdeel van het nationale dieet. In 2022 werd de hondenvleessoep zelfs erkend als ‘immaterieel cultureel erfgoed’.

In veel Aziatische landen, zoals Noord-Korea, China en Vietnam, heeft het consumeren van hondenvlees een lange culturele traditie, vaak verbonden aan medicinale overtuigingen of seizoensgebonden energieboosts. In Europa daarentegen wordt het eten van hond als taboe gezien, vaak geassocieerd met huisdierliefde en dierenrechten.
Ook in Suriname is het eten van hondenvlees niet gangbaar of cultureel ingebed. De Noord-Koreaanse promotie van deze gewoonte staat daarmee in scherp contrast met westerse normen en sentimenten.
Het eten van hondenvlees is officieel verboden in Taiwan en Zuid-Korea. In China is de verkoop van honden- en kattenvlees verboden, maar het eten zelf niet. In andere landen, zoals Vietnam en Indonesië, wordt het nog steeds gegeten, maar is er wel discussie over.