Annand Jagesar, managing director van Staatsolie, benadrukt dat Suriname voorzichtig moet handelen om de economische risico’s van olierijkdom te vermijden.
“De ‘resource curse’ kun je alleen verzachten, niet volledig uitbannen”, waarschuwde Jagesar tijdens een interview aan de zijlijn van de Suriname Energy, Oil & Gas Summit in juni.
Hij noemde Guyana als waarschuwing. “Woningnood is daar een groot probleem, en voedsel en drank worden duurder.”
Hij legde het principe van vraag en aanbod uit: “Als 50 mensen zoeken naar 10 beschikbare huizen, stijgen de prijzen. Dan hebben Guyanese burgers moeite betaalbare woningen te vinden.”
Toch vertoont Guyana, dat ruim zeven jaar olie produceert, geen duidelijke tekenen van de ‘Dutch Disease’. Hoewel risico’s bestaan, is het land nog niet ten prooi gevallen aan de ‘resource curse’. Jagesar benadrukte dat de overheid “nauwgezet beleid” moet voeren om negatieve effecten van snelle economische veranderingen te beperken. Staatsolie’s taak is om de projecten waarin het participeert succesvol te laten verlopen.
Recent sloot Staatsolie een financieringsdeal van $2,1 miljard voor haar 20%-aandeel in offshore Blok 58. “Dit is groot, maar cruciaal voor Suriname”, zei hij. “We doen actief mee, in plaats van vanaf de zijlijn toe te kijken.” Deze betrokkenheid moet Suriname helpen zelf toekomstige projecten te leiden.
Ook ondersteunt Staatsolie bedrijven met voorbereidingen op aanbestedingen. “Ze moeten bijvoorbeeld een anti-omkoopformulier invullen en schone financiële overzichten tonen.”
Volgens Jagesar kan Suriname zo de voordelen van olie delen, terwijl de valkuilen worden vermeden.